De machtsstrijd in Libië gaat verder: wordt Haftar een nieuwe Kadhafi?
Woonwijken in de Libische hoofdstad Tripoli zijn dit weekend opnieuw bestookt met granaten en artilleriebeschietingen. Generaal Khalifa Haftar, die al twee derde van het land in handen heeft, startte zo'n drie weken geleden een offensief om ook Tripoli in te nemen. De hoofdstad is nu nog in handen van de door de VN erkende premier Fayez al-Sarraj.
Inmiddels kostte de machtsstrijd tussen de twee rivalen het leven van 278 mensen. 1332 burgers raakten door de beschietingen gewond.
Staakt-het-vuren
Nog geen twee jaar geleden zaten de heren om de tafel in Parijs. Op uitnodiging van de Franse president Macron kwamen ze tot een staakt-het-vuren. En ze spraken af dat er verkiezingen zouden worden gehouden, in december 2018. Ze schudden elkaar glimlachend de hand. De verkiezingen kwamen er niet. En er vallen weer bommen op Tripoli.
Weer, want het land verkeert sinds de revolutie van 2011 in chaos. De ijzeren greep van de dictator Khadhafi werd na 42 jaar gebroken tijdens de Arabische lente in 2011. De dictator werd gewelddadig om het leven gebracht en juichende tegenstanders sleepten zijn lichaam door de straten van zijn geboortestad Misrata. Euforie in Libië maakte plaats voor instabiliteit en een nieuwe machtsstrijd die tot op vandaag wordt gevoerd.
Haftar was ooit dikke maatjes met de Libische leider, ze werkten samen aan de staatsgreep in 1969 waarmee Kadhafi de macht greep. Haftar werd de opperbevelhebber van het Libische leger in de jaren tachtig, maar raakte uit de gratie toen hij een oorlog tegen buurland Tsjaad verloor. Hij vluchtte via het toenmalige Zaïre en Kenia naar de Verenigde Staten. Daar kreeg hij het staatsburgerschap aangeboden en verbleef hij tot in 2011 de opstand in Libië uitbrak. Haftar gaat dan terug naar zijn thuisland en sluit zich aan bij de rebellen in Benghazi, het centrum van de revolutie op dat moment. Na de dood van Kadhafi in 2011 kreeg Libië te maken met een machtsvacuüm en al snel breekt de chaos in het land uit. In 2014 telt het land drie regeringen en verschillende gebieden staan onder bewind van milities, waaronder terreurbewegingen als IS en al-Qaida.
Een van die regeringen is die van Haftar, die Benghazi controleert. Hij verjaagt succesvol al-Qaida uit het oosten van Libië, maar begint ook een offensief tegen de Internationaal erkende regering. Vijf jaar later heeft Haftar twee derde van het land in handen en bestookt zijn leger nu ook hoofdstad Tripoli.
Steun Trump
De man die nu nog de macht in handen heeft in Tripoli is premier Fayez al-Sarraj. Sinds 2015 is hij de leider van de Internationaal erkende regering van Libië. Maar veel betekent die steun uiteindelijk niet. Binnenlands brokkelt zijn macht af. En ook al betreurt de internationale gemeenschap de nieuwste ontwikkelingen, Haftar wordt momenteel nog geen strobreed in de weg gelegd. Mogelijk omdat steeds meer westerse overheden de machtsovername van Haftar wel zien zitten.
Zoals de Amerikaanse president Trump, die vorige week met Haftar telefoneerde. Volgens het Witte Huis sprak Trump in het gesprek zijn waardering uit voor Haftars "belangrijke rol in de strijd tegen terrorisme en het veiligstellen van de oliebronnen in Libië". Maar ook maakte hij, volgens ambtenaren, van de gelegenheid gebruik om zijn steun voor het huidige offensief uit te spreken. Waarmee hij opnieuw tegen zijn eigen regering ingaat. Mike Pompeo, minister van Buitenlandse Zaken, riep Haftar twee weken eerder nog op zijn offensief per direct te staken.
Maar nu met Trump in zijn zak, en daarnaast bevriende staten als Egypte, Verenigde Arabische Emiraten en Saudi-Arabië, zal Haftar moeilijk te stoppen zijn.
De vraag is of bij een machtsovername door Haftar de zo gewenste vrede en democratie gestalte zal krijgen in Libië. Haftar ziet zichzelf, blijkt uit eerdere uitspraken, vooral als de nieuwe sterke leider, een ander woord voor dictator. Die zeker niet door iedereen geaccepteerd zal worden. Daardoor is de kans groot, dat dit offensief uiteindelijk zal leiden tot meer onrust, meer oorlog, hogere olieprijzen, meer terroristen en meer vluchtelingen.