Kabinet komt op 19 december met slavernij-excuses, op acht plekken wereldwijd
De aangekondigde excuses van het kabinet voor het Nederlandse slavernijverleden worden uitgesproken op maandag 19 december. Dat zeggen bronnen in Den Haag. Daarvoor reizen zeven leden van het kabinet naar Suriname en het Caribische deel van het Koninkrijk. Zij zullen daar toespraken houden waarin ze namens de Staat der Nederlanden spijt zullen betuigen. Premier Rutte doet hetzelfde in Nederland.
Eerder deze maand werd al bekend dat het kabinet op korte termijn excuses zou maken voor het slavernijverleden. Een meerderheid van de Tweede Kamer drong daar ook op aan na een reis van een Kamerdelegatie naar Suriname, Curaçao en Bonaire.
Premier Rutte bracht zelf in september een bezoek aan Suriname. Daar zei hij dat 2023 in het teken moet staan van erkenning van het slavernijleed. Volgend jaar is het 150 jaar geleden dat de slavernij ten einde kwam, toen in Suriname het staatstoezicht op voormalige tot slaaf gemaakten tien jaar na de afschaffing van de slavernij ten einde kwam. Aan de vooravond van dat herdenkingsjaar spreekt het kabinet dus de langverwachte excuses uit.
Weerwind naar Paramaribo
Dat gebeurt op dezelfde dag in Nederland en in de voormalige koloniën die met slavernij te maken hebben gehad. Minister Weerwind (Rechtsbescherming) zal afreizen naar de Surinaamse hoofdstad Paramaribo, zeggen de bronnen.
Staatssecretaris Van der Burg (Asiel) gaat naar Aruba, minister Van Gennip (Sociale Zaken) naar Bonaire, staatssecretaris Van Huffelen (Koninkrijksrelaties) naar Curaçao, staatssecretaris Van Rij (Financiën) naar Sint-Eustatius, staatssecretaris Van Ooijen (Welzijn) naar Saba en minister Kuipers (Volksgezondheid) naar Sint-Maarten.
Dat er excuses worden uitgesproken, betekent nog niet dat er directe financiële compensatie komt voor nabestaanden van totslaafgemaakten. Wel heeft het kabinet aangekondigd dat er 200 miljoen euro wordt uitgetrokken voor een fonds, waaruit projecten moeten worden betaald om de bewustwording te vergroten. Ook wordt er 27 miljoen euro vrijgemaakt voor een museum over de slavernij.
Verschillende Nederlandse steden die een rol speelden in de slavernij hebben inmiddels al excuses aangeboden. Ook president Klaas Knot van De Nederlandsche Bank deed dat in juli van dit jaar, tijdens de jaarlijkse Keti Koti-herdenking van de afschaffing van de slavernij.
Het kabinet zag er toen nog van af. Volgens ingewijden vonden de ministers de timing toen niet goed, omdat er veel maatschappelijke onrust was over stikstof en de oorlog in Oekraïne.