Sinds dinsdag bekend werd dat asielopvangorganisatie COA een hotel in Albergen heeft gekocht om er een asielzoekerscentrum van te maken, staat de boel op scherp in het Overijsselse dorp. Honderden inwoners demonstreren al dagen tegen de komst van het 'asielhotel' en ook de lokale politiek is boos, omdat de gemeente ondanks maandenlang overleg naar eigen zeggen niet bij het definitieve besluit betrokken is door het kabinet.
Albergen is niet de eerste plaats waar een beslissing over een azc de kiem legt voor felle protesten. Na de Europese asielcrisis van 2015, toen grote groepen Syrische vluchtelingen naar Nederland kwamen, stuitte de komst van asielzoekers op verzet in onder meer Steenbergen, Geldermalsen, Oranje en Rotterdam. In Enschede, Lunteren en Heesch werden dode varkens(koppen) neergelegd op de plek waar een azc was gepland.
De gemene deler van deze protesten: inwoners voelen zich overvallen en hebben het idee dat 'Den Haag' hen in de kou laat staan, schetsen experts. "Er is geen evenwicht meer tussen inspraak en macht", stelt emeritus hoogleraar maatschappelijke bestuurskunde Gabriël van den Brink. "Dat komt doordat politici onvoldoende recht doen aan wat er in de samenleving speelt."
In de regio's waar wordt gedemonstreerd, spelen vaak allerlei problemen die niet voldoende worden gezien, zegt Marlou Schrover, hoogleraar economische en sociale geschiedenis aan de Universiteit Leiden. "Mensen moeten soms ver rijden voor bijvoorbeeld een ziekenhuis of andere voorzieningen. Het is dan begrijpelijk en terecht dat ze het gevoel hebben: en wij dan?"
Ook angst speelt een rol, op verschillende manieren. "Het gaat om relatief grote groepen asielzoekers in kleine gemeenschappen, dan is angst verklaarbaar", zegt Schrover.
Tegelijkertijd vindt de expert in migratiegeschiedenis dat ook een ander punt niet onbesproken mag blijven: hier is namelijk ook sprake van racisme. "De betogers zien de asielzoekers als anders en zetten hen ook als zodanig neer. Dat komt voort uit angst. Racisme zou nadrukkelijker benoemd mogen worden."
Hechte gemeenschap
Volgens migratiedeskundige Godfried Engbersen van de Erasmus Universiteit is vaak sprake van "misverstanden en vooroordelen" als er azc-plannen worden gepresenteerd. En dat is ook logisch, zegt hij. "Een kleine gemeenschap is vaak hecht en als er allemaal onbekenden komen wonen, voelt dat als een inbreuk. Overigens zie je vaak dat als een gemeenschap eenmaal gewend is, dat het dan uiteindelijk gewoon goed gaat en men het zelfs jammer vindt als het azc weer verdwijnt."
Maar het gaat niet altijd goed. Vooral asielzoekers uit zogeheten 'veilige landen', die geen kans maken op een verblijfsvergunning, veroorzaken regelmatig overlast. In 2018 besloot de Rotterdamse burgemeester Aboutaleb daarom om in het azc in Beverwaard tijdelijk geen mensen meer uit die landen op te vangen.
'Zet in op luisteren'
Terug naar de protesten: kunnen die worden verminderd, of zelfs worden voorkomen? Migratiehistoricus Schrover denkt dat we daarvoor vooral naar het verleden moeten kijken. Als voorbeeld noemt ze een azc in De Lier in het Westland, waartegen in de jaren 90 veel verzet was.
Toen is fors ingezet op gesprekken: "En dan niet zo'n grote bijeenkomst in een sporthal waar allemaal mensen op afkomen die er niets te zoeken hebben, maar echt praten. In gesprek met de bewoners, door de gemeente, de kerk, de winkeliersvereniging."
Zet dus in op luisteren, vindt Schrover. "Zorg dat je er bent, ook uit Den Haag. En vertel de mensen dat er misschien ook voordelen zitten aan een azc. De gemeente krijgt geld voor de opvang, de voetbalclub kan worden aangevuld met nieuwe leden en de winkel krijgt er klanten bij."
Alle-hens-aan-dek-beleid
Volgens socioloog en migratiedeskundige Engbersen is het vooral belangrijk dat de overheid met een structurele asielaanpak komt. "Nu is sprake van alle-hens-aan-dek-beleid, omdat de nood hoog is. Daardoor had het kabinet nu eigenlijk geen keus, en dat genereert onvrede. Er had al lang een landelijk netwerk van voorzieningen kunnen zijn dat waar nodig kan worden op- en afgeschaald."
Dat netwerk had kunnen worden voorbereid in tijden waarin de instroom van asielzoekers relatief laag was, zegt Engbersen, die eerder meeschreef aan adviesrapporten over migratie en asielopvang van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid.
"Dat is niet makkelijk, ook dan had je protesten gehad, maar ik denk wel in mindere mate. Je kunt burgers bijvoorbeeld ook laten meedenken over de locatie of over hoe je het lokale verenigingsleven erbij betrekt. Dat is zo belangrijk voor het draagvlak: dat het niet steeds over de hoofden van de burgers gebeurt."