Ridouan Taghi heeft via zijn advocaat vijf brieven naar buiten gebracht. De verdachte in het Marengo-moordproces zegt in een verklaring dat hij vanuit de Extra Beveiligde Inrichting in Vught vijf brieven heeft gestuurd naar Mohammed B., met als hoofdonderwerp "onze gedeelde interesse in de islam".
Taghi zegt dat hij met het naar buiten brengen van de brieven wil reageren op een publicatie in De Telegraaf van vorige week. Toen berichtte de krant dat er bij justitie grote zorgen zijn over de briefwisselingen tussen Taghi en B., die bij elkaar in de gevangenis zaten. Justitie zou niet weten of de brieven puur over religie gaan of dat het gaat om codetaal, aldus de krant.
Het OM eiste eerder levenslang tegen Taghi en vier medeverdachten vanwege zes liquidaties, drie moordpogingen en voorbereidingen voor nog eens vier liquidaties. B. zit een levenslange celstraf uit vanwege de moord op cineast en columnist Theo van Gogh in 2004.
Nederlandse taal
In een verklaring die aan de brieven is toegevoegd, schrijft Taghi via zijn advocaat: "Inmiddels wordt het beeld geschetst van een levensgevaarlijke cocktail, namelijk die van een moslimextremist die communiceert met een kopstuk van de zogenaamde Mocromaffia. Over de motieven van justitie om via De Telegraaf dit fictieve beeld van dreiging te schetsen kan ik alleen maar gissen."
De brieven zijn grotendeels in het Nederlands geschreven tussen december vorig jaar en juli van dit jaar. De Telegraaf schreef vorige week dat de brieven in het Arabisch zijn geschreven. Het Arabisch komt er wel in voor, maar dat zijn dan vooral citaten uit de Koran of termen uit de islam. De brieven zijn ook in handen van de NOS. Het briefcontact kwam volgens Taghi op gang na de overplaatsing van B. uit Vught naar een andere gevangenis.
Taghi zegt ook dat hij Mohammed B. nooit persoonlijk heeft ontmoet, omdat ze volledig gescheiden van elkaar leefden in Vught. In de verklaring stelt Taghi dat B. anderhalf jaar zijn ontbijt en avondeten heeft verzorgd. "De maaltijden werden iedere dag in de keuken bereid en door een bewaarder naar mijn cel gebracht. Er is op geen enkele wijze sprake geweest van vrijelijke onderlinge communicatie of ontmoetingen."
Ook schrijft Taghi in de brieven over de gezondheidsproblemen die hij ervaart, dat hij nauwelijks Marokkaans mag spreken met zijn familie en dat iedereen in de gevangenis anoniem is, behalve de bewaarders. Verder informeert hij naar de situatie van B. Het meeste wordt echter geschreven over de islam.
Taghi schrijft bijvoorbeeld: "Hoe meer ik lees, hoe ik meer besef hoe verdwaald ik was van de weg van Allah. Ik ben Allah superdankbaar dat 'ie mij deze kans heeft gegeven om hier te zijn, en mij te leiden naar het juiste pad." In iedere brief eindigt Taghi ook met de wens om elkaar te ontmoeten. "Laat het einde van ons leven het beste zijn, ons beste daden de laatste en ons beste dag de dag, dat we Allah ontmoeten." Verder spreekt Taghi de wens uit dat hij en B. "moge behoren tot de hoogste paradijsbewoners".
Communicatie met buitenwereld
Over de communicatie van Taghi was eerder dit jaar ook al veel te doen. Volgens het Openbaar Ministerie communiceerden Taghi en zijn neef en advocaat Youssef T. over een ontsnappingspoging uit de gevangenis in Vught. En NRC meldde afgelopen juli dat Taghi zonder controle kon communiceren met de buitenwereld dankzij een gevangenisbewaarder. Nederland wist dat, dankzij een tip van de FBI. Het zou Taghi ook daadwerkelijk gelukt zijn contact te leggen met de Italiaanse maffiabaas Raffaele Imperiale.
Vorige week meldde advocaat Inez Weski van Taghi dat haar cliënt drie maanden geen belcontact mag hebben met zijn familie. Zijn gezin woont in het buitenland. Hij mag volgens haar nog wel bezoek ontvangen.