Rijksrecherche onderzoekt lek Arib-onderzoek na aangifte Bergkamp
De Rijksrecherche doet onderzoek naar het lekken van informatie over het voorgenomen onderzoek naar oud-Kamervoorzitter Arib. Door het lekken ontstond een hectische en soms chaotische situatie in de Kamer over dit onderzoek.
In ieder geval zorgde het lekken ervoor dat Arib via de pers moest vernemen dat er een onderzoek naar haar functioneren werd ingesteld wegens klachten van Kamerpersoneel.
De huidige Kamervoorzitter Bergkamp deed op verzoek van de Tweede Kamer aangifte van het lekken bij het Openbaar Ministerie in Den Haag. Dat heeft besloten de Rijksrecherche op de zaak te zetten, bevestigt een woordvoerder na berichtgeving van De Telegraaf.
"Een persoon"
Bergkamp deed om twee redenen aangifte. Van het lekken van informatie naar de pers en van het lekken van informatie naar "een persoon die onderwerp is van het onderzoek", zo zei zij vorige week tegen de Kamerleden van de commissie voor de Werkwijze.
Onder anderen Kamerlid Omtzigt had vanwege deze geheimzinnige formulering gevraagd om het document van de aangifte, maar dat wilde Bergkamp niet geven. "Het OM moet de aangifte rustig kunnen bestuderen. Er moet nu niet weer opnieuw media-aandacht ontstaan voor de aangifte", lichtte zij haar besluit toe.
Het lek hoeft niet per se onder Kamerleden te zitten. In principe zou het ook kunnen gaan om het onderzoeksbureau dat de opdracht kreeg, de landsadvocaat, medewerkers van Kamerfracties of anderen.
Mogelijk ambtsmisdrijf
In politiek Den Haag komt het lekken van informatie dagelijks voor. Het bijzondere aan deze situatie is dat het om zeer vertrouwelijke informatie gaat over een toen nog actief Kamerlid.
Lekken uit deze vertrouwelijke omgeving is mogelijk een ambtsmisdrijf waarop maximaal een jaar gevangenisstraf of een geldboete van 22.500 euro staat.
Tot nu toe levert zo'n strafrechtelijk onderzoek zelden iets op omdat het lek niet wordt gevonden. Journalisten mogen hun bronnen beschermen en doen dat eigenlijk altijd. Reden daarvoor is dat ze alleen hun werk kunnen doen als ze in vertrouwelijkheid met bronnen kunnen praten.
Het is aan die bronnen om het risico te nemen potentieel een ambtsmisdrijf te plegen en daarop betrapt te worden.
Vernietigende kritiek
De commissie voor de Werkwijze was vorige week erg kritisch op de hele gang van zaken rond het Arib-onderzoek. Zo werden er vraagtekens gezet bij de bekendmaking van Bergkamp dat het hoofd personeelszaken en het hoofd juridische zaken "gedelegeerd opdrachtgever" zijn van het Arib-onderzoek.
Bergkamp zei dat hiermee werd beoogd de griffier en het presidium meer op afstand te zetten. De Kamerleden zetten daar vraagtekens bij omdat deze twee hoge Kamermedewerkers waarschijnlijk direct betrokken zijn bij de klachten van de medewerkers en er dus juist geen sprake is van afstand.
Woensdag komt de commissie voor de Werkwijze weer bijeen. Voor die tijd moet Bergkamp met een brief komen over wat het presidium, het dagelijks bestuur van de Tweede Kamer, met de vernietigende kritiek op het Arib-onderzoek gaat doen. Naar verwachting is dat maandag.