Huizenprijzen stijgen opnieuw harder, maar aantal aankopen stabiliseert
De bedragen die mensen neertellen voor een koopwoning bereikten vorige maand opnieuw een recordniveau. Het was de grootste stijging in twintig jaar, melden het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het kadaster.
In juni waren bestaande koopwoningen 14,6 procent duurder vergeleken met dezelfde maand een jaar eerder. De stijging ligt nog hoger dan in mei, toen die ook al erg hoog was.
Vergeleken met acht jaar geleden, toen de huizenprijzen een dieptepunt bereikten, liggen de prijzen nu 70 procent hoger. Gemiddeld kost een koopwoning nu 373.000 euro.
Aantal transacties daalde
Het aantal transacties lag afgelopen maand ongeveer even hoog als een jaar geleden om deze tijd. Over het hele tweede kwartaal daalde het aantal transacties juist, na een eerste kwartaal dat een tegenovergestelde beweging liet zien. Ongeveer 53.000 huizen wisselden afgelopen kwartaal van eigenaar, 3 procent minder dan een jaar eerder.
Deze dalende trend is in bijna alle provincies te zien, behalve in Limburg, waar juist meer huizen werden verkocht. Het aantal transacties lag daar 5,4 procent hoger in vergelijking met een jaar geleden.
In Limburg stegen de huizenprijzen in het tweede kwartaal ook het minst, al waren ze alsnog bijna 12 procent hoger dan in dezelfde periode in 2020. In Flevoland steeg de koopsom met 16,8 procent het hardst.