Staat moet schadevergoedingen betalen voor executies Zuid-Sulawesi
De Staat moet 10.000 euro schadevergoeding betalen aan een kind van een man die in de jaren 40 in Zuid-Sulawesi is geëxecuteerd door Nederlandse militairen. Ook acht weduwen en drie kinderen van geëxecuteerde mannen krijgen schadevergoedingen, tot ruim 3600 euro, heeft de rechtbank in Den Haag bepaald.
De zaak draait om mannen die in Zuid-Sulawesi (destijds Celebes) zijn gedood bij de massa-executie Suppa op 28 januari 1947, executies in de regio Bulukumba in 1946 en 1947 en executies in het district Sidenreng Rappang begin 1947.
Volgens de rechtbank is bewezen dat elf mannen zijn gedood doordat Nederlandse militairen zich hebben misdragen. In de meeste gevallen ging het om standrechtelijke executies. In één geval werd een man willekeurig doodgeschoten. Sommige executies stonden al in historische bronnen, maar de rechtbank heeft ook "misdragingen" vastgesteld die nog niet waren vastgelegd.
Pijn en verdriet
De hoogste schadevergoeding is van immateriële aard. Die vergoeding is voor een man die als 10-jarige de executie van zijn vader heeft gezien.
De weduwen en andere kinderen krijgen alleen een schadevergoeding voor misgelopen inkomsten, variërend van 123,48 euro tot 3634 euro. De bedragen vallen volgens de rechtbank naar Nederlandse maatstaven zeer laag uit, omdat de meeste doodgeschoten mannen boer waren en maar zo'n 100 euro per jaar verdienden.
"De rechtbank onderkent dat deze lage bedragen niet in verhouding staan tot de pijn en het verdriet die de executies van de echtgenoten en de vaders onmiskenbaar hebben veroorzaakt. De toegekende bedragen zijn niet bedoeld om daarin te voorzien", schrijft de rechtbank in een verklaring.
Duizenden executies
Nederland executeerde in 1946 en 1947 duizenden mannen op Zuid-Sulawesi, in het voormalige Nederlands-Indië. De zuiveringsacties vonden plaats onder leiding van kapitein Westerling, die de opdracht had gekregen om de openbare orde te herstellen. De executies moesten een einde maken aan de anarchie en het verzet tegen de Nederlandse kolonisator.
In 2011 bepaalde de rechter al dat Nederland een schadevergoeding van 20.000 euro moest betalen aan de destijds nog levende weduwen van de doodgeschoten mannen in Rawagede, een dorp in West-Java waar ook executies plaatsvonden.