Uitspraak Haga Lyceum: hoe zit het met de omstreden school?
Was de aanwijzing van minister Slob, waarin hij eiste dat het bestuur van het Cornelius Haga Lyceum zou opstappen, terecht? De rechtbank in Amsterdam geeft vandaag antwoord op die vraag.
De Amsterdamse school raakte in maart vorig jaar in opspraak. Daarna is de zaak steeds complexer geworden. Voor wie de draad kwijt is: vijf vragen en antwoorden over de gebeurtenissen tot nu toe.
Hoe begon het ook alweer?
In het voorjaar van 2019 stuurt de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) een ambtsbericht aan de gemeente Amsterdam. Daarin staat dat leerlingen van het Haga Lyceum worden beïnvloed door leraren die in een salafistische en radicale omgeving verkeren.
De NCTV schrijft over "zeer verontrustende signalen", die veiligheidsdienst AIVD over de school heeft ontvangen. De gemeente Amsterdam vraagt het schoolbestuur daarop om op te stappen. Maar dat bestuur, onder leiding van directeur-bestuurder Soner Atasoy, ontkent dat sprake is van radicale invloeden.
De gemeente Amsterdam organiseert in maart een informatiebijeenkomst over de kwestie, maar daarop kwamen zo veel belangstellenden af dat de bijeenkomst uiteindelijk niet door kon gaan:
Waar wordt de schoolleiding van beschuldigd?
Op de stevige waarschuwing van de NCTV volgt een onderzoek van de Onderwijsinspectie. Twee maanden lang wonen medewerkers dagelijks lessen bij en praten ze met docenten, leerlingen en ouders.
Uit het onderzoeksrapport blijkt dat het schoolbestuur geen afstand neemt van personen met een omstreden, radicale reputatie. Aanwijzingen voor salafistische invloeden of anti-democratisch onderwijs vond de inspectie niet.
De AIVD had ook duidelijker moeten zeggen dat het onzeker was of lessen op de school een salafistisch karakter hadden, concludeert toezichthouder CTIVD in december. De waarschuwing over de school was wel terecht, maar de informatie van de AIVD was op bepaalde gebieden "onvoldoende onderbouwd" of "ongenuanceerd", aldus de CTIVD.
Er was toch ook iets met de financiën van de school?
Naast de beschuldigingen over radicale invloed zijn er ook zorgen over de financiën van het Haga Lyceum. Een maand na de eerste waarschuwing van de veiligheidsdiensten schrijft NRC Handelsblad dat een derde van het salarisbudget van de school opgaat aan het salaris van de directeur en zijn twee familieleden die er werken. Bovendien zou directeur Atasoy meer verdienen dan de wettelijke salarisnorm voor schoolbestuurders. Ook de Onderwijsinspectie concludeert dat sprake is van financieel wanbeheer.
Maar met familieleden aanstellen is niets mis, brengt de school in verweer, en de fout met het salaris van Atasoy hadden ze al hersteld. De registeraccountant van het Haga Lyceum oordeelt dat er niets mis is met de financiën van de school.
Wat is de rol van minister Slob in deze zaak?
Na het rapport van de inspectie kondigt Onderwijsminister Slob aan dat hij gaat ingrijpen. De minister vindt dat het bestuur van het Haga Lyceum moet opstappen.
Als dat niet binnen vier weken is gebeurd, draait Slob de geldkraan dicht, zegt hij:
Maar in oktober is er nog geen nieuwe bestuurder aangesteld. Er was wel een kandidaat, maar om hem te installeren moesten de statuten van de school worden aangepast en dat zou meer tijd kosten, aldus het Haga Lyceum. De man was namelijk geen moslim.
Slob kondigt aan de bekostiging van de school vanaf 1 december stop te zetten. Maar hij wordt teruggefloten door de Raad van State. Die oordeelt dat Slob de geldkraan niet in één keer mag dichtdraaien: zoiets zou stapsgewijs moeten gebeuren. Maar volgens de minister gaat dat niet op voor het Haga Lyceum, omdat die regel bedoeld is voor minder ernstige gevallen.
Waarom is de uitspraak vandaag belangrijk?
Vandaag beslist de rechter of de aanwijzing van minister Slob om het vertrek van het schoolbestuur te eisen terecht was. Als blijkt dat dat niet zo was, is dat een grote klap voor hem en andere bestuurders die het Haga Lyceum willen sluiten.
Na de uitspraak van vandaag volgt waarschijnlijk een hoger beroep bij de Raad van State. Het ziet er dus niet naar uit dat het Haga Lyceum in de nabije toekomst dichtgaat.