Minister Slob mag geldkraan Haga Lyceum voorlopig niet dichtdraaien
Minister Slob mag de geldkraan voor het Cornelius Haga Lyceum in Amsterdam voorlopig niet dichtdraaien. Dat heeft de Raad van State bepaald. Slob wilde de school vanaf 1 december geen geld meer geven.
Minister Slob kondigde vorige maand aan dat hij de financiering voor de islamitische school zou stoppen. Hij wilde dat het bestuur alle taken zou overdragen aan een interim-bestuurder. De school gaf aan dat dat niet haalbaar was.
Door te dreigen de geldkraan per 1 december dicht te draaien, schendt Slob zijn eigen beleidsregels, stelt de Raad van State. De minister gaat te snel: "Die regel houdt in dat de bekostiging alleen wordt stopgezet als deze eerst voor 15 procent is opgeschort, na drie maanden voor nog eens 15 procent en na weer drie maanden voor nog eens 30 procent is ingehouden, én het bestuur dan nog altijd niet aan de wettelijke voorschriften voldoet", zegt de rechter. Slob loopt dus te hard van stapel, vindt de Raad van State.
Maar Slob zegt in een reactie dat de beleidsregel dat de financiering in stappen moet worden stopgezet in het geval van het Haga Lyceum niet opgaat. "De regel is bedoeld voor minder ernstige gevallen. Het is voor het eerst dat een minister een aanwijzing geeft aan een bestuur om plaats te maken en als dwangmiddel de bekostiging stopzet."
Zelfverrijking en financieel wanbeheer
De minister kondigde op dinsdag 15 oktober aan de financiering te stoppen. In een rapport van de Onderwijsinspectie stond dat de school leerlingen de waarden van de democratie en rechtsstaat niet bijbrengt. Ook bleek volgens de inspectie dat het bestuur zich schuldig maakte aan zelfverrijking en financieel wanbeheer. De minister deed daarop een aanwijzing: als het bestuur niet voor een bepaalde deadline zou opstappen, zou hij stoppen met het geven van geld.
Het schoolbestuur haalde de deadline niet. Naar eigen zeggen, omdat de beoogde vervangend bestuurder geen moslim is en het nog even zou duren voordat hij kon worden aangesteld.
De advocaat van de school is grotendeels tevreden met de uitspraak van de Raad van State. Hij zegt vol vertrouwen uit te kijken naar een andere rechtszaak, op 9 december. Dan bepaalt de rechtbank in Amsterdam of de aanwijzing van de minister om het schoolbestuur te laten vervangen terecht was of niet.
'Onverminderd grote zorgen'
"Ik houd onverminderd grote zorgen over de situatie op deze school", zegt Slob over de gerechtelijke uitspraak. "Het doel van mijn maatregel is niet dat de school sluit, maar dat het bestuur plaatsmaakt. De directeur weigert keer op keer om in het belang van de leerlingen plaats te maken. Zij verkeren in een onveilige schoolomgeving en deze situatie duurt al veel te lang. Daarom heb ik het besluit tot de aanwijzing genomen. Dat heb ik niet zomaar gedaan, maar omdat het belang van de leerlingen daarom vroeg."
De rechter heeft nog geen inhoudelijk oordeel gegeven over de aanwijzing. "Die zaak vindt plaats op 9 december en die zie ik met vertrouwen tegemoet", zegt Slob.