Duizenden Nederlanders jaarlijks in het buitenland in nood: wat doe je dan?
Wim Kopinga
redacteur Online
Wim Kopinga
redacteur Online
Afgelopen zomer kwam er een aantal sterfgevallen van Nederlanders in het buitenland groot in het nieuws. Maar er waren niet meer overlijdens dan in andere zomers, blijkt uit cijfers van het ministerie van Buitenlandse Zaken.
"Het waren gewoon speciale gevallen die in het nieuws waren", zegt Tessa Martens van het ministerie. Ze geeft daar leiding aan de afdeling Consulaire Zaken; die helpt Nederlanders in het buitenland.
Deze zomer werden er twee Nederlandse vrouwen vermoord in New York, verdronk een jongen in Laos, werd een Nederlandse vrouw in Malta omgebracht en was er het dramatische ongeluk met Koen van Keulen in Italië. "Dan lijkt het korte tijd op een hausse aan sterfgevallen, maar dit waren gewoon gevallen met veel aandacht."
Gevraagd naar de vermissing en zoekactie naar Koen van Keulen zegt Martens dat die "situatie heel triest was". "Dat is bij ieder overlijden het geval. Maar hierbij was een grote zoekactie gaande. Je hoopt dan net als de ouders altijd dat hij gezond en wel tevoorschijn komt. Uiteindelijk werd hij dood aangetroffen en dan leven we echt met zo familie mee. Dat blijft je ook echt bij."
3000 telefoontjes per dag
Bij veel van dit soort zaken, maar ook bij kleinere problemen met Nederlanders in het buitenland, gaat de telefoon over in Den Haag. Bij het contactcenter van het ministerie van Buitenlandse Zaken zitten 24 uur per dag mensen, die gemiddeld 3000 telefoontjes per dag beantwoorden. Vragen van Nederlanders in het buitenland lopen uiteen en zijn door de jaren heen ook wat veranderd.
"In de jaren 90 kon je met een Nederlandse pinpas niet overal pinnen in het buitenland. Dus belden veel mensen voor financiële hulpvragen", zegt Martens. "Maar dat gebeurt nu niet meer zoveel. Iedereen kan in het buitenland wel terecht met een pasje."
Door relatief nieuwe technologie als je telefoon en sociale media is contact krijgen met het thuisfront bovendien veel makkelijker. Daardoor kan er veel opgelost worden buiten Buitenlandse Zaken om, maar komt er ook een nieuwe hulpvraag bij.
"Doordat iedereen gewend is overal bereikbaar te zijn, raakt het thuisfront nu sneller in paniek. Vroeger stuurde je een briefkaart die pas aan kwam als je al terug was in Nederland. Als er nu even geen contact is met iemand in het buitenland, denken thuisblijvers al snel dat er iets gebeurd is en bellen ze ons. Gelukkig is het in 95 procent van die gevallen loos alarm."
Dan heeft degene die in het buitenland zit even geen wifi, is de telefoon uitgevallen "of heeft diegene even geen zin om bereikbaar te zijn", zegt Martens. Maar het kan ook flink misgaan. Er wonen ongeveer een miljoen Nederlanders tijdelijk of permanent in het buitenland. Daarnaast zijn er nog enorm veel vakantiegangers.
350 zaken per jaar
Volgens het ministerie van Buitenlandse Zaken overlijden er per jaar ongeveer 1800 Nederlanders in het buitenland. Bij gemiddeld 350 gevallen per jaar wordt daarbij contact opgenomen met het ministerie. Dat is ondanks de toename van het aantal reizen vrij stabiel.
Doodsoorzaken houdt het ministerie niet bij, zegt Martens. "De meeste mensen komen om bij een ongeluk, door ziekte of sterven een natuurlijke dood. Daarnaast worden er ook Nederlanders vermoord. Dat zijn er ongeveer tien tot vijftien per jaar."
Reistips van Buitenlandse Zaken
- Je kunt niet alles voorkomen, maar check het reisadvies van Buitenlandse Zaken voor het land waar je naartoe reist. Je kunt daarvoor de speciale reisapp installeren op je telefoon.
- Neem een goede reisverzekering. Als er dan iets misgaat in het buitenland wordt alles een stuk makkelijker geregeld en zijn de kosten gedekt.
- Wees voorzichtig. En neem je eigen verantwoordelijkheid. "Want met zelfredzaamheid kom je best ver", zegt Martens.
"De mensen die met ons in contact komen hebben vaak geen (goede) verzekering", zegt Martens. "Want anders komen ze bij de alarmcentrale van hun verzekering terecht. Die regelt dan veel voor ze." Zonder verzekering is dat niet altijd het geval en spelen er andere zaken mee. "Dan wordt er bijvoorbeeld gevraagd hoe het lichaam terug naar Nederland kan komen, of er een overlijdensakte verkrijgbaar is of waar de persoonlijke bezittingen zijn gebleven."
Het ministerie adviseert de familie en bemiddelt met lokale autoriteiten en ondernemingen. Mensen reizen vaak niet alleen, dus wordt er ook aan de reisgenoten gedacht. "Ambassades kunnen hen dan bijstaan, want die weten vaak goed de weg in het land."
Om bij het thuisfront het overlijden bekend te maken, wordt de Nederlandse politie ingeschakeld. Die gaat bij de nabestaande thuis langs. "Want als je diegene belt, weet je nooit of iemand alleen is, hartpatiënt is of ons simpelweg niet gelooft. Want dat kan ook", zegt Martens.
Na dat moment stopt de hulp vanuit Buitenlandse Zaken. "Want wij richten ons op hulpvragen in het buitenland, zoals de repatriëring, het opvragen van documenten. Maar wij adviseren nabestaanden ook contact op te nemen met Slachtofferhulp, die speciale hulpverleners hebben.