Duitse inruilactie voor vieze diesels, maar wat doet Nederland?
Duitsland komt met flinke maatregelen om de vervuiling door dieselauto's terug te dringen. Dieselbezitters in veertien steden krijgen een premie van gemiddeld 6000 euro als ze hun diesel van voor 2015 inruilen. Ondertussen doet Nederland veel minder tegen vervuilende diesels. Waarom is dat? En wat doet Nederland dan wel tegen vieze diesels?
De belangrijkste reden dat er hier veel minder ingrijpende maatregelen zijn, is dat de luchtvervuiling door diesels in Nederlandse binnensteden een stuk minder ernstig is dan in Duitsland. Dat komt vooral doordat diesels hier minder populair zijn. In Nederland is 16 procent van alle personenauto's een diesel, in Duitsland is dat twee keer zo veel: 33 procent.
Europese rechtszaak
De EU begon eerder dit jaar zelfs een rechtszaak bij de Europese rechter tegen Duitsland en vijf andere landen, omdat die te weinig zouden doen om de lucht schoner te krijgen. In veel Duitse steden is de hoeveelheid van het vervuilende stikstofdioxide (NO2) flink boven de Europese norm. Vooral oudere diesels stoten veel meer stikstofdioxide uit dan benzine-auto's. Nederland werd door de EU niet voor de rechter gesleept, omdat de situatie hier dus wat beter is.
Dat blijkt ook uit cijfers van het Europees Milieuagentschap. Daarbij gaat het om de hoeveelheid NO2 in de lucht. Van de EU mag het jaargemiddelde eigenlijk niet boven de 40 microgram per kubieke meter uitkomen.
In Nederland kwam in 2016 de hoeveelheid NO2 bij een aantal meetstations wel iets boven die 40 uit, in Amsterdam en Rotterdam. Maar het bleef wel onder de 50 - een waarde die in veel Duitse steden behoorlijk werd overschreden.
In steden als Keulen en Hamburg kwam de concentratie NO2 boven de 60 uit en in München was het bijna 80. Het smerigst was de lucht in Stuttgart, de thuisbasis van de automerken Mercedes en Porsche. Daar werd 82 microgram NO2 per kubieke meter gemeten, meer dan het dubbele van de Europese norm.
Om de vervuiling door diesels in Nederland verder terug te dringen, hebben twee Nederlandse steden al wel een milieuzone voor personenauto's ingevoerd. In Rotterdam en Utrecht zijn dieselauto's uit 2000 of ouder niet welkom.
Ook andere steden kwamen met zulke plannen. Arnhem wilde de strengste milieuzone van het land en Maastricht een zone met vignet. Staatssecretaris Van Veldhoven waarschuwde daarna voor een "lappendeken" aan allerlei verschillende milieuzones, die verwarrend kunnen zijn voor de automobilist.
Dus kwam het kabinet deze zomer met nieuwe landelijke regels voor milieuzones. Er komen vanaf 2020 twee opties, waaruit gemeenten kunnen kiezen: een gele zone of een groene zone. De gele houdt in dat diesels met een Euro 2-motor of lager niet meer welkom zijn. In de praktijk gaat het dan om diesels uit 2000 of eerder. De groene zone houdt in dat diesels met een Euro 3-motor er niet meer in mogen. Dan gaat het om diesels uit 2005 of eerder.
Steden mogen zelf kiezen of ze überhaupt een milieuzone willen. Ze kunnen er dus ook helemaal geen invoeren.
Vanaf 2025 kunnen gemeenten ook nog een stapje strenger worden. De gele zone is dan geen optie meer, de groene wel. En er komt een nieuwe, blauwe optie bij. Dan gaat het om een verbod van diesels met een Euro 4-motor of lager, dat zijn diesels uit 2010 of eerder. De controle gebeurt met camera's op basis van kentekenherkenning. Je hoeft dus geen sticker op je voorruit te plakken.
10 miljoen voor vieze plekken
Op een aantal plekken in binnensteden is de concentratie stikstofdioxide op dit moment nog wel boven de EU-norm. Om dat aan te pakken, worden er op die plekken ook specifieke maatregelen genomen, kondigde Van Veldhoven eerder aan.
Er gaat in totaal 10 miljoen naar Rotterdam, Eindhoven, Arnhem, Amsterdam en Utrecht om op knelpunten de situatie te verbeteren. Zo moet in Rotterdam het verkeer op doorgaande routes verminderd worden, krijgen taxibedrijven in Amsterdam subsidie om elektrische auto's te kopen en moeten in Arnhem meer binnenvaartschepen elektriciteit gebruiken als ze aan wal liggen in plaats van hun dieselmotoren te laten draaien.
Het kabinet zegt dat door deze maatregelen eind dit jaar alle Nederlandse stadscentra binnen de Europese normen voor luchtkwaliteit blijven. Of dat ook echt gaat lukken, moet nog blijken.