Tientallen doden bij luchtaanvallen Syrië, VN wil staakt-het-vuren
In Syrië zijn tijdens luchtaanvallen op opstandelingen in een gebied bij de hoofdstad Damascus tientallen mensen gedood. De berichten lopen uiteen van 33 tot 53 doden. De luchtaanvallen in Oost-Ghouta zouden worden uitgevoerd door Russische en Syrische vliegtuigen. De Verenigde Naties (VN) willen een gevechtspauze van een maand om noodlijdende mensen in het land te kunnen helpen.
Volgens de VN staan tonnen hulpgoederen klaar om verdeeld te worden, maar is dat niet mogelijk vanwege de aanhoudende gevechten. Daardoor kunnen zieken en gewonden ook niet worden geëvacueerd en kan er in de gebieden geen medische zorg worden geleverd aan mensen die zijn getroffen door het geweld.
Oost-Ghouta en de noordelijke provincie Idlib zijn twee van de laatste gebieden in Syrië die nog in handen zijn van de opstandelingen. In de afgelopen weken is het geweld in die gebieden dramatisch toegenomen, volgens de VN. Ook in Idlib zouden vandaag mensen zijn gedood bij luchtaanvallen. Gisteren kwamen ook al tientallen mensen om. Bij die luchtaanvallen zouden drie medische klinieken zijn getroffen.
Handgranaat en chloorgas
De Russen voerden zaterdag het aantal luchtaanvallen in Syrië verder op na de dood van een Russische piloot. Zijn vliegtuig werd in Noord-Syrië uit de lucht gehaald door rebellen. Piloot Roman Filipov heeft zich volgens Moskou na een vuurgevecht met rebellen op de grond opgeblazen met behulp van een granaat. De Russische inlichtingendiensten zouden het lichaam met behulp van Turkije hebben gelokaliseerd en gerepatrieerd.
Een VN-commissie onderzoekt verschillende berichten over aanvallen met chloorgas op Saraqib in het noordwesten van het land. Volgens reddingswerkers en activisten heeft de Syrische regering daar maandag gas ingezet in de strijd. De organisatie Witte Helmen zegt dat daarbij 12 mensen zijn gedood. De commissie onderzoekt ook of er een aanval met chloorgas is geweest op de stad Douma. De Syrische regering ontkent chemische wapens te gebruiken.
Achtste jaar
De strijd in Syrië gaat in maart zijn achtste jaar in. Het is verworden van een opstand tegen president Assad tot een oorlog waarbij een heleboel verschillende landen betrokken zijn, zoals de VS, Rusland, Iran en Turkije. Sommige landen spraken eerder af om de-escalatiezones in te stellen, maar daar komt in de praktijk niets van terecht, zegt de VN. Turkije opende onlangs een nieuw front door de Koerdische enclave Afrin in Noord-Syrië binnen te vallen onder de naam 'Operatie Olijftak'.
Bij de strijd in Syrië zijn honderdduizenden mensen gedood en miljoenen mensen op de vlucht geslagen. Meer dan 13 miljoen mensen zijn afhankelijk van noodhulp in het door oorlog verscheurde land. In het Russische Sotsji werd eind januari nog een conferentie gehouden over Syrië, maar een politieke oplossing lijkt ver weg.