NOS NieuwsAangepast

Gerard zag de aanslag in Londen en bracht zijn schoolklas in veiligheid

  • Mitchell van de Klundert

    redacteur Online

  • Mitchell van de Klundert

    redacteur Online

'Het had heel anders af kunnen lopen'

"Meneer?! Wat is dat?" Een leerling wijst naar een zwarte muur van een halve meter hoog, die het voetpad scheidt van de autoweg ernaast.

"Dat is om een aanslag te voorkomen op het Britse parlement", zegt Gerard van Nunen.

"Oké", zegt de leerling, afgeleid door alweer een nieuw hoogtepunt: ditmaal de Big Ben.

Het is woensdag 22 maart iets na half drie en Gerard is met twee andere docenten en 42 havo- en vwo-leerlingen van het Mollerlyceum uit Bergen op Zoom in Londen. Het is dag drie van de excursie.

Het obstakel staat er al sinds de tijd van IRA, zolang komt Gerard dus ook al in Londen met schoolklassen. Dit is de 25ste keer, een jubileum. En meteen de laatste keer, want over een paar maanden gaat hij met pensioen. Dan is hij klaar, na 43 jaar dienstjaren.

Doffe klap

De hele groep is over de Westminster Bridge aan komen lopen. Ze lopen langs het parlement, langs de zwarte barrière en stoppen bij een verkeerslicht. Aan de overkant zien ze het standbeeld van Winston Churchill. Mobieltjes flitsen. De scholieren praten vrolijk. Het verkeer raast langs.

En dan opeens een doffe klap. Het geluid komt van achteren, uit de richting waarvan ze kwamen lopen.

"Ik ga even kijken jongens", zegt Gerard tegen de groep. Teruglopend denkt hij dat het een auto-ongeluk is.

Op zo'n 5 meter van de groep merkt hij dat het iets heel anders is. Mensen rennen zijn kant op. Hij leest paniek in hun ogen. Dan ziet hij het, of eigenlijk 'hem': een wat gezette man met twee messen loopt zijn kant op. Vijf meter is de afstand, en die wordt kleiner. "Foute boel", gaat er door zijn hoofd.

Vliegensvlug draait hij zich om, rent terug - zo hard hij kan. De paar meter legt hij af in milliseconden. Zo voelt het althans. De groep staat met de rug naar hem toe, en dus ook naar de man met de twee messen.

"Rennen jongens!", schreeuwt hij. "Lopen, nu!"

Het ratelt in Gerards hoofd: rennen, kijken, snelheid, hup, gaan. "Maar wel even rechts en links kijken bij de weg", denkt hij. "Het verkeer komt hier van de andere kant."

Dat rekening houden met het verkeer, dat is iets wat Gerard pas later heeft beseft. Verklaren kan hij het niet. "Het is gewoon zo", vertelt hij negen maanden na de aanslag. "De verantwoordelijkheid voor zo'n groep is het verschil. Je moet altijd opletten, want er kan zoveel gebeuren."

"Je moet oppassen als begeleider dat er geen paniek uitbreekt. Je moet je verstand erbij houden. Ik heb meer dingen meegemaakt. Tijdens de IRA-tijd kwamen we ook met schoolklassen in Londen, toen gebeurde er ook van alles."

Drie pistoolschoten

Als Gerard de groep waarschuwt bij het stoplicht en gaat rennen, wordt hij gevolgd door de helft van de 42 kinderen. De anderen rennen achter een van de andere begeleiders aan. Een leerling volgt een agent de parlementstuin in. Die leerling is daar getuige van het steekincident waarbij een agent omkomt en de dader wordt neergeschoten.

Met Gerard voorop steekt de groep de weg over. Iemand aan de overkant maakt een filmpje, de beelden gaan later de wereld over. Aan de overkant wachten ze even. Er klinken drie pistoolschoten. Dan is het stil.

De groep staat nog op de stoep als een verslaggever van de BBC de leerlingen vraagt om een reactie. Gerard zegt tegen de scholieren dat ze niets moeten zeggen. "Dadelijk zien hun ouders het eerder op tv dan wij ze kunnen spreken", dacht hij.

Route die de dader aflegt van de aanslag in Londen op 22 maart 2017

Een boel telefoontjes volgen. Kinderen bellen hun ouders, Gerard belt met school. "Een deel van de kinderen wilde naar huis, maar dat kan natuurlijk niet meteen." De groep ging uiteindelijk de volgende dag vervroegd naar huis.

"Sommige kinderen kregen last van de gebeurtenis, die durfden niet naar school te fietsen en waren bang voor ieder zebrapad. Ook voor begeleiders is het zwaar en voor een van hen nog steeds", zegt Gerard. "Die angst bij leerlingen en collega's slijt, ze kunnen het nu beter in perspectief plaatsen. Ik sta er anders in. Ik heb er zelf geen minuut minder om geslapen."

Dat hij is gaan kijken naar het geluid van de klap en daarmee zijn klas heeft gered vindt hij geen heldendaad. "Wat als ik niet was gaan kijken? Ja, dat weet ik niet. Hij had de groep aan kunnen vallen, maar misschien was er wel niets gebeurd. Achteraf denk je: het had anders af kunnen lopen, misschien was er wel een tweede dader met een geweer."

"Ik ben niet trots, je doet wat er van je verlangd wordt. Ik ben blij dat iedereen toch zo goed als heelhuids thuisgekomen is. Je bent altijd blij als de bus weer voor de school stopt. Je moet gewoon je werk doen en ik weet van mezelf dat ik rustig blijf als de problemen het grootst zijn."

"Ik ben sinds 1974 vijfentwintig keer met groepen kinderen in Londen geweest. Ik ken daar beter de weg dan in Amsterdam. Het is altijd een plezierige reis geweest, en natuurlijk wil je niet dat het dan op zo'n manier eindigt, maar ja... Op de eerste drie dagen kijk ik goed terug."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl