Opnieuw eisen van 20 jaar in proces over de Decembermoorden

Het Surinaamse OM heeft in het proces over de Decembermoorden in 1982 opnieuw twintig jaar cel geëist tegen een aantal verdachten. Eerder hoorden president Bouterse en mede-couppleger Steven Dendoe al twintig jaar tegen zich eisen voor het doodschieten van vijftien tegenstanders van het militaire regime.

De aanklager vroeg op de laatste dag van zijn het requisitoir dezelfde straf voor Benny Brondenstein, Kenneth Kempes en Luciën Lewis.

Brondenstein was als militair betrokken bij de staatsgreep van Desi Bouterse in 1980. De militairen die aan de coup meededen, zagen de vijftien latere slachtoffers als een bedreiging voor hun macht, zei aanklager Roy Elgin. Voor hem staat het vast dat Brondenstein wist van de plannen om de tegenstanders uit te schakelen.

Lijfwachten

Kempes en Lewis waren lijfwacht van Bouterse en daardoor volgens Elgin op de hoogte van de moordplannen. Hij wil dat ze de cel in gaan, omdat ze geen afstand hebben genomen van die plannen, maar hebben meegewerkt aan het uitvoeren ervan.

De verdachte Iwan Krolis staat ook terecht in het proces over de Decembermoorden, omdat hij in 1982 veel contact had met het militaire gezag. Toch eist de aanklager tegen hem geen straf, omdat het OM niet voldoende bewijs heeft gevonden voor betrokkenheid bij de moorden.

Zelfmoord

Eind oktober eiste de aanklager tien jaar cel tegen oud-militair Ruben Rozendaal, die ook betrokken was bij de staatsgreep van Bouterse. Rozendaal zou medeschuldig zijn aan het voorbereiden van de moorden in Fort Zeelandia. Vorige maand pleegde hij zelfmoord.

Pleidooi

Eind januari krijgen de advocaten van de verdachten de gelegenheid hun pleidooi te houden. Daarvoor worden drie dagen uitgetrokken.