Tien jaar cel geëist voor voorbereiden Decembermoorden
In Paramaribo heeft de openbaar aanklager in het Decembermoordenproces, auditeur militair Roy Elgin, tien jaar celstraf geëist tegen verdachte Ruben Rozendaal. Rozendaal was een van de militairen die in 1980 samen met de huidige president Desi Bouterse in Suriname de macht overnamen.
Volgens de aanklager is Rozendaal medeschuldig aan de voorbereiding en de uitvoering van de moorden op de tegenstanders van het Bouterse-regime op 8 december 1982. Rozendaal haalde de slachtoffers van huis op en leverde ze af op Fort Zeelandia.
Hij stond erbij en keek ernaar, zei Elgin in zijn aanklacht. Ook is Rozendaal volgens hem schuldig aan het in brand steken van het vakbondscentrum van de Moederbond.
Verrader
Tijdens het Decembermoordenproces - dat in 2007 van start ging - nam Rozendaal in eerste instantie Bouterse in bescherming. Maar in 2012 kwam hij tot inkeer en beschuldigde hij Bouterse er zelfs van tijdens de executies zelf de trekker te hebben overgehaald.
Ook erkende Rozendaal dat het doden van de slachtoffers nodeloos is geweest. Hij verontschuldigde zich tegenover de nabestaanden voor zijn aandeel in de gebeurtenissen. Medestanders van Bouterse zien hem daarom als een verrader.
Lagere eis
De strafeis tegen Rozendaal is lager dan die tegen de andere grote vissen in het proces. Vandaag hoorden de verdachten Dijksteel en Geffery, net zoals eerder hoofdverdachte Bouterse, 20 jaar cel tegen zich eisen.
Aanklager Elgin verantwoordde zijn lagere strafeis door te zeggen dat Rozendaal door zijn houding een bijdrage heeft geleverd aan de waarheidsvinding tijdens het proces, en aan het verkleinen van de tweedeling in de Surinaamse gemeenschap die door de Decembermoorden is ontstaan.