Aangepast

MH370 blijft een mysterie, maar de zoektocht was niet voor niets

  • Emil van Oers

    verslaggever NOS op 3

  • Emil van Oers

    verslaggever NOS op 3

Na 1543 dagen speuren, meer dan vier jaar, is de zoektocht naar de verdwenen vlucht MH370 vandaag gestopt. Het contract met het Amerikaanse bedrijf Ocean Infinity, dat de zeebodem afspeurt naar het toestel, wordt niet verlengd.

Het toestel van Malaysia Airlines met 239 mensen aan boord verdween op 8 maart 2014 op mysterieuze wijze van de radar. Voor nabestaanden blijft het, in elk geval voorlopig, een mysterie wat er met hun geliefden is gebeurd.

Er is een schat aan geologische informatie boven water gehaald.

Rob Luijnenburg, bodemonderzoeker Fugro

Is de zoektocht dan helemaal voor niets geweest? Nee, zeggen oceanograaf Erik van Sebille en bodemonderzoeker Rob Luijnenburg.

"Hoe tragisch het allemaal ook is, er zit toch een silver lining aan die hele zoektocht", zegt Van Sebille. "We hebben heel veel geleerd over de oceaan. Doordat er zo veel schepen en zo veel mankracht in de zoektocht zijn gaan zitten, hebben we nu een deel van de zeebodem in kaart gebracht waarvan we hiervoor nog helemaal niets wisten."

Lees onder de video verder over wat de zoektocht de afgelopen jaren wel heeft opgeleverd.

MH370: de nooit opgeloste vliegramp

"De zoektocht is absoluut niet voor niets geweest", zegt ook Luijnenburg, die er als oud-directeur van het Nederlandse bedrijf Fugro nauw bij betrokken is geweest. "Je bent het sowieso aan de nabestaanden verplicht, maar ook los daarvan. Zo wordt er in luchtvaartkringen indringend gesproken over het inbouwen van tracking-systemen waardoor een toestel nooit meer voorgoed kan verdwijnen."

Hoewel het toestel niet is gevonden, is volgens Luijnenburg wel een schat aan geologische kennis boven water gehaald. "Kennis waar wetenschappers in de toekomst iets mee kunnen."

"Nu we daar echt een keer naar beneden zijn gegaan, komen we nieuwe onderzeese bergen, kraters, canyons en zelfs hele ecosystemen tegen", vult Van Sebille aan. "We dachten dat de zeebodem daar behoorlijk vlak was, maar het is veel variabeler dan we dachten. Dat is belangrijke kennis over hoe de oceanen werken. Over de stromingen bijvoorbeeld. Dit soort gegevens kunnen we bijvoorbeeld gebruiken in onze klimaatmodellen."

We hebben hier de jan modaal van de oceaanbodem te pakken.

Erik van Sebille, oceanograaf Universiteit Utrecht

Volgens Van Sebille is deze plek in de Indische Oceaan juist zo waardevol, omdat het zo'n doorsnee locatie is. "Als wetenschappers zijn we geneigd om naar de meest bijzondere locaties te gaan, waar we zeker weten dat we iets heel bijzonders gaan vinden. We hebben hier de jan modaal van de oceaanbodem te pakken, een gewoon stukje bodem waar we heel veel van kunnen leren."

"De wereld heeft zich gerealiseerd dat nog maar 10 procent van de zeebodem op de een of andere manier redelijk in kaart is gebracht", zegt Luijnenburg. "De andere 90 procent is onbekender dan de achterkant van de maan. Door dat besef zijn er nu programma's, onder andere ondersteund door de VN, voor het in kaart brengen van de zeebodem. Het is toch raar dat je niet weet hoe je eigen achtertuin eruitziet?"

Het bedrijf Ocean Infinity gebruikte vanaf januari voor in het in kaart brengen van de oceaanbodem onderwaterdrones. In deze video leggen we uit hoe dat in zijn werk ging:

Helaas, deze YouTube video is niet meer beschikbaar

Gaat MH370 ooit nog gevonden worden? "Ik hoop het voor de nabestaanden, zodat ze begrijpen wat er is gebeurd", zegt Van Sebille. "Maar ik heb er een heel hard hoofd in. De oceaan is zo groot en uitgestrekt. Los van dat het geen dorre vlakte is, ontstaat er ook langzaam nieuwe modder, marine snow heet dat. Tussen de tijd dat het vliegtuig is neergestort en nu kan er al 10 tot 20 centimeter ingesneeuwd zijn. Het wordt alleen maar moeilijker om dat toestel te vinden."

Met de huidige technologie is het een heel kleine speld in een heel grote hooiberg.

Rob Luijnenburg, bodemonderzoeker Fugro

Ook Luijnenburg acht de kans klein dat het toestel gevonden wordt. "Het moeilijke aan deze zoektocht was dat alle aanwijzingen indirect waren. Er was geen wrakstuk op de golven gevonden. Er waren geen noodsignalen. Er was geen enkele aanwijzing waar dat vliegtuig zou zijn, behalve een indirecte aanwijzing rond een communicatiesatelliet die erboven heeft gehangen. Dat maakt het zoekgebied krankzinnig groot en de zoektocht ongekend duur."

"Met de huidige technologie is het een heel kleine speld in een heel grote hooiberg", zegt Luijnenburg. "Maar ik zeg nadrukkelijk met de huidige technologie. Wij hebben een tijd geleden met Fugro een wrak uit de Eerste Wereldoorlog gevonden. Dat was in 1914 met de toenmalige technologie volstrekt onmogelijk geweest. Je weet niet wat er in de toekomst nog aan technologie ontwikkeld gaat worden. Wie weet, over vijftig of honderd jaar."

Deel artikel: