De San Juan, de bewuste onderzeeër die vorige week met 44 matrozen aan boord verdween
Aangepast

Hoe de mysterieuze zeebodem het vinden van een onderzeeër lastig maakt

  • Roel van Niekerk

    redacteur NOS op 3

  • Roel van Niekerk

    redacteur NOS op 3

Al bijna een week is de Argentijnse onderzeeër San Juan vermist. Bij het laatste contact, afgelopen woensdag, meldde de onderzeeër problemen met de accu. Sindsdien is er niks meer van de San Juan en zijn 44 opvarenden vernomen.

De Argentijnen zoeken met man en macht, bijgestaan door hulptroepen uit verschillende landen. Maar zware storm en metershoge golven maken dat lastig. En daar komt nog wat anders bij: niemand weet precies hoe de oceaanbodem eruit ziet. Dat is misschien niet het eerste probleem waar je aan denkt, maar het is een cruciaal onderdeel van dit soort reddingsoperaties - zeker als de San Juan op de bodem blijkt te liggen.

"Van de zeebodem is maar zo'n 5 tot 10 procent met enige nauwkeurigheid in kaart gebracht", zegt Rob Luijnenburg, oud-medewerker van de Nederlandse bodemonderzoeker Fugro. "En bij zo'n ramp als dit is dat elke keer weer een groot probleem."

Op het kaartje hierboven zie je de route van de onderzeeër en waar voor het laatst contact is geweest. De kaart lijkt misschien best gedetailleerd, maar heeft een detailniveau van 5 kilometer. Objecten die kleiner zijn, kan je niet van elkaar onderscheiden. "Je ziet volstrekt geen detail", zegt Rob. "Het is dus heel moeilijk om het verschil tussen een berg en een onderzeeër te zien."

Een reddingsoperatie als deze begint met het zo klein mogelijk maken van het zoekgebied. Je gaat met onderwatermicrofoons luisteren of je klopsignalen hoort van de bemanning. Daarnaast kunnen onderzeeërs een boei omhoog laten die een signaal uitzendt. Al dit soort signalen zijn tot nu toe nog niet gehoord, een slecht teken.

Tenzij de onderzeeër toch nog opduikt, wordt het vroeger of later zoeken naar een wrak op de zeebodem. En dan krijg je twee fases. "Eerst moet je uitgebreid de bodem onderzoeken met sonarsignalen", legt Rob uit. "Als je de sonar op een schip gebruikt waar de zee een paar kilometer diep is, dan heb je een schaalniveau van een meter of 100."

Dat betekent dat je objecten kleiner dan 100 meter niet goed van elkaar kan onderscheiden. Het verschil tussen een onderzeese berg of een onderzeeër is dan dus moeilijk te zien op je sonarbeelden."

Even terug naar Argentinië, de San Juan is zo'n 65 meter lang. Je moet dus meer details van de bodem weten om de onderzeeër te herkennen. Dus komt dan de volgende fase. Onderwaterdrones gaan de zee in, of sonarapparatuur aan een touw. Die gaan zo'n 100 meter boven de zeebodem meten. "Je moet weten hoe die bodem er uitziet", zegt Rob. "Anders beuk je tegen een berg aan. Dat overkwam ons toen we in de Indische Oceaan zochten naar het wrak van MH370, daar zijn we een sonar kwijtgeraakt."

Hieronder zie je hoe gedetailleerd de zeebodem toen in kaart is gebracht. Een zeldzaamheid, want van slechts 0,05 procent (!) van de zeebodem hebben we kaarten met zo veel detail. Zo'n 10 tot 15 procent is bekend met een nauwkeurigheid van 100 meter, van hetzelfde niveau als kaarten die we hebben van Mars en Venus. De oceaan mag dan dichterbij zijn, de bodem is in de praktijk bijna net zo ver als die planeten.

Het verschil voor en na het onderzoek naar MH370

Dat komt doordat dit soort onderzoek simpelweg heel duur is. "Zo'n onderwaterdrone met sonar kost zo 2 miljoen euro, dan koop je er voor de lol niet even tien. We hebben vooral goede kaarten van de kustgebieden voor de scheepvaart, en kleine stukjes voor de olie- en gasindustrie. En sommige stukken zeebodem waar gevaarlijke breuklijnen liggen, zijn ook in kaart gebracht."

"Om goed te kunnen zoeken moet je een gedetailleerde kaart hebben", zegt Rob. "De eerste fase gaat nog best snel. Toen we naar het wrak van MH370 zochten, hadden we in drie maanden wel een globaal beeld. Maar we hebben er toen nog twee jaar over gedaan om de echte details in kaart te brengen. Het is een afgelegen gebied, waar we twee scheepswrakken en wat overboord geslagen containers vonden. Maar vooral heel veel bergen, rotsen en vulkanen."

Deel artikel: