Aantal studenten op mbo daalt verder, sector waarschuwt voor gevolgen

Het aantal studenten op mbo-scholen is dit jaar gedaald met bijna tweeduizend. Dat terwijl er een groot tekort is aan praktijkgerichte vakmensen. De brancheorganisatie (MBO Raad) noemt de daling "alarmerend".

Vorig jaar waren er 469.400 studenten in het middelbaar beroepsonderwijs, dit jaar zijn dat er 467.500. In de cijfers is niet de categorie studenten opgenomen die een mbo-opleiding volgt via een bedrijf.

Sinds 2020 neemt het aantal studenten af. De verwachting is dat dat op termijn leidt tot personeelstekorten in sectoren als de bouw, de zorg, onderwijs en de technieksector.

De minister heeft mooie woorden over het mbo, maar hij maakt geen keuzes.

Doekle Terpstra

Een jaar geleden riep toenmalig onderwijsminister Dijkgraaf havisten en vwo'ers op voor een mbo-opleiding te kiezen. Maar volgens de MBO Raad is er nog altijd een 'hoger-is-beter-mentaliteit'. Vmbo'ers proberen vaak via de havo naar het hbo te gaan omdat het mbo kampt met een negatief imago.

Onterecht, zegt Ben Snoeijs. Hij is als adviseur techniekonderwijs verbonden aan meerdere mbo-scholen en wil dat de "waardering van vakmanschap" terugkeert. Dat gebeurt al deels, zegt hij: "Doe je mbo niveau 4 procestechniek, dan zit je al tegen de 80.000 euro salaris per jaar, direct als je van de opleiding komt. Haal thuis maar eens een loodgieter in huis die je per uur afrekent."

De daling van het aantal mbo'ers komt volgens de MBO Raad onder meer door een tekort aan stageplekken, vooral in de zorg. Sommige opleidingen moeten daarom een maximumaantal studenten instellen. Tot teleurstelling van de branchevereniging wil zorgminister Fleur Agema (PVV) bovendien bezuinigen op zorgstages.

Nutteloze opleidingen

Ook Techniek Nederland maakt zich grote zorgen over de cijfers. De sector kampt met tienduizenden vacatures.

Daarom maant voorzitter Doekle Terpstra de politiek tot actie. Hij vindt dat zorg- en techniekopleidingen meer geld moeten krijgen en dat hun studenten (deels) moeten worden vrijgesteld van collegegeld.

Te veel jongeren doen een nutteloze mbo-opleiding, zegt hij. Daarom pleit hij voor een maximumaantal studenten bij bepaalde studierichtingen.

"Waarom laten we iedereen financiële dienstverlening doen als we weten dat dat toenemend geautomatiseerd gaat worden? Een ander voorbeeld is de opleiding tot luchtvaartdienstverlener, oftewel stewardess. Een populaire studie, maar naar dat beroep is steeds minder vraag."

Critici zeggen dat zo'n maximumaantal per opleiding de vrije keuze van onderwijs inperkt. Maar volgens Terpstra is dat "lariekoek". "Ook deze minister (Eppo Bruins van Onderwijs, red.) heeft weer mooie woorden over het mbo, maar hij maakt geen keuzes. We modderen maar wat door."

Basisscholen focussen op taal en rekenen. Ik kom op veel scholen waar geen technieklokalen meer zijn.

Ben Snoeijs

Ook Angelique Schuitemaker van branchevereniging ActiZ vindt dat jongeren gestimuleerd moeten worden om te kiezen voor een sector waar tekorten zijn.

Ook pleit ze voor hogere salarissen. Volgens Schuitemaker verdienen verzorgenden en verpleegkundigen in de ouderenzorg te weinig en dat kan leiden tot minder aanmeldingen voor de mbo-opleidingen. "De politiek moet echt meer geld uit trekken voor salarissen als ze echt iets aan de personeelskrapte willen doen."

Buitenlandse studenten en minimumstagevergoeding

Vorige week debatteerde de Tweede Kamer nog over voorgenomen onderwijsbezuinigingen. Minister Bruins (NSC) zei toen dat het mbo juist grotendeels wordt ontzien.

Wel erkent Bruins de zorgen over de dalende studentenaantallen. Hij zegt dat vooral in de zorg- en technieksector grote personeelstekorten dreigen. Dat wil hij oplossen door internationale studenten te trekken. Verder laat hij onderzoek uitvoeren naar de invoering van een minimumstagevergoeding.

Ook trekt de minister 90 miljoen euro uit om 'krimpopleidingen' overeind te houden. "Ik vind het belangrijk dat mbo-opleidingen, zeker voor tekortsectoren als zorg en techniek, ook met kleine studentenaantallen blijven bestaan", zegt Bruins tegen Nieuwsuur.

Het gaat niet op alle scholen slecht. Zo trekt het Koning Willem I College, waar Ben Snoeijs aan verbonden is, juist meer studenten. Dat komt volgens hem doordat de opleiding niet louter klassikaal is, maar werkleertrajecten aanbiedt en lessen beter afstemt op het bedrijfsleven.

Studenten van het Koning Willem I College zijn zeer te spreken over het praktijkgerichte onderwijs:

'Waarom zou je naar de havo willen?'

Snoeijs: "Wij hebben nu voor Essent de opleidingen verzorgd en kunnen iemand in twintig weken opleiden tot laadpaalinstallateur. Die kan dan stoppen en direct aan het werk of weer verder doorstuderen."

Jongeren moeten op veel jongere leeftijd al worden geënthousiasmeerd voor techniek, zegt hij "Basisscholen focussen op taal en rekenen. Ik kom op veel scholen waar geen technieklokalen meer zijn, geen handvaardigheid, geen knutselen."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl