Foto ter illustratie: een separeercel

Psychiatrische patiënten weer vaker en langer in isoleercel

  • Cecile van de Grift

    verslaggever Nieuwsuur

  • Lune van der Meulen

    redacteur/verslaggever Nieuwsuur

  • Cecile van de Grift

    verslaggever Nieuwsuur

  • Lune van der Meulen

    redacteur/verslaggever Nieuwsuur

Ondanks eerdere beloften, lukt het psychiatrische instellingen niet om te stoppen met het gebruiken van de isoleercel. Integendeel: psychiatrische patiënten zitten steeds vaker en langer opgesloten. Dat blijkt uit recente cijfers van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd.

Waardoor patiënten vaker en langer in de isoleercel zitten, is niet onderzocht. De Inspectie noemt wel een aantal mogelijke oorzaken. Een daarvan is het personeelstekort in de zorg. Door steeds meer wisselende medewerkers kent het personeel de patiënten minder goed en kiezen ze sneller voor opsluiting.

Vaker opgesloten

Het aantal opsluitingen, meestal in een separeercel, is ten opzichte van vorig jaar met bijna 10 procent gestegen naar bijna 8800. Terwijl het voornemen was dat de isoleercel per 1 januari 2020 verleden tijd zou zijn.

Niet alleen zitten psychiatrische patiënten vaker opgesloten, ook het aantal uren in de isoleercel neemt toe. Afgelopen jaar met 25 procent. De reden voor opsluiting kan zijn omdat mensen een gevaar zijn voor zichzelf of een ander.

Peter belandde op zijn 19e voor het eerst in een psychiatrische instelling. De tel is hij kwijt, maar Peter werd tientallen keer tegen zijn wil in een separeercel geplaatst:

'Het is maximale eenzaamheid, dat voel je echt'

In juni 2016 beloofden vijftien grote Nederlandse ggz-instellingen de separeercel af te schaffen. Zij ondertekenden daarvoor het Dolhuys Manifest, waarin ze schrijven dat separatie voor patiënten traumatiserend is en het hun angst en wanhoop alleen maar vergroot. De instellingen erkenden ook dat opsluiting in strijd is met het VN-verdrag voor de rechten van mensen met een handicap.

Dat er nu toch weer sprake is van een stijgend aantal opsluitingen vindt psychiatrisch verpleegkundige en gezondheidswetenschapper Yolande Voskes een gevaarlijke ontwikkeling. Ze heeft als verpleegkundige ervaring met het opsluiten van patiënten en onderzoekt dwang in de geestelijke gezondheidszorg. "We willen minder separaties omdat we weten hoe traumatiserend het is."

Mitsen en maren

De Nederlandse ggz, de branchevereniging voor de geestelijke gezondheidszorg, zet vraagtekens bij de cijfers van de Inspectie. "De definities van separeren zijn niet eenduidig gedefinieerd en worden dus verschillend gehanteerd. Daarbij kan de stijging te verklaren zijn door een groter bewustzijn rond het registreren."

De Inspectie erkent de mitsen en maren, maar ziet wel degelijk een stijgende trend die zorgen baart.

Die zorgen leven ook bij Voskes. "Als je ziet dat het niet goed gaat met mensen, dan moet je juist inzetten op het contact. Want het is niet normaal. Bij opsluiting bieden we geen zorg, we sluiten ernstig zieke mensen op en brengen hen daarmee schade toe."

Angst

Staatssecretaris van Volksgezondheid Vincent Karremans vindt toch dat de cijfers niet goed te duiden zijn en vraagt de Inspectie "het beeld verder aan te scherpen de komende periode". "Zodat we echt een goede discussie met het veld kunnen voeren. Het streven is om minder dwang toe te passen."

Peter Pierik werkt nu als ervaringsdeskundige in een kliniek. Hij wil de band tussen het personeel en de patiënten verbeteren. "Vaak zijn het jonge verpleegsters die angstiger zijn en een patiënt niet goed kennen. Die stappen uit die angst sneller naar separeren. Door in gesprek te gaan met verpleegkundigen én met patiënten, hoop ik het uiterste te voorkomen."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl