Negen op de tien huisartsen voelt geregeld druk van ouders en school om kinderen door te verwijzen voor een AD(H)D-diagnose, terwijl de huisartsen dat zelf niet nodig vinden. Ook zwicht 34 procent wel eens voor de druk van ouders en 17 procent voor de druk vanuit scholen om medicijnen voor te schrijven. Dat blijkt uit onderzoek van het UMC Groningen en jeugdzorginstelling Accare.
73 procent van de huisartsen vindt dat AD(H)D-medicatie te snel wordt voorgeschreven. Daarnaast blijkt uit het onderzoek dat methylfenidaat - de werkzame stof in de medicatie - na langdurig gebruik zijn effectiviteit enigszins verliest.
Stoppen
Onderzoeker van het UMCG Anne-Flore Matthijssen promoveert morgen op haar onderzoek. Daarvoor hield ze een enquête onder 900 huisartsen en volgde ze 94 kinderen die AD(H)D-medicatie langer dan twee jaar gebruikten. Een deel van de kinderen slikte de pillen door, een ander deel bouwde af en kreeg een placebo. Uit het onderzoek blijkt dat aan het gedrag van 60 procent van die laatste groep niet te merken was of het kind wel of geen medicatie gebruikte.
Van methylfenidaat is gebleken dat het een effectieve behandeling is voor kinderen met AD(H)D, zegt Matthijssen. "Maar dat effect is alleen onderzocht op de korte termijn. Steeds meer kinderen gebruiken het ook op de lange termijn en nu weten we dat er dan ook een groep kinderen is waarbij de medicatie niet meer werkzaam is. Dat roept vragen op", zegt Mathijssen. "Zouden niet meer kinderen kunnen stoppen met de medicijnen op de lange termijn?" De onderzoeker vindt dat voor deze optie veel meer aandacht moet komen in de behandeling van AD(H)D.
Tijl kreeg op zijn zesde de diagnose AD(H)D en slikte Ritalin en daarna Medikinet. Na zeven jaar is Tijl, in samenspraak met zijn ouders en arts, overgestapt op een ander medicijn:
Huisarts Mai Neijens uit Landsmeer wil eerst zeker weten dat de concentratieklachten van een kind door AD(H)D worden veroorzaakt en vindt niet dat ze bekwaam genoeg is om zelf die diagnose te stellen. "Dat is omdat ik niet alles kan overzien. Andere factoren kunnen meespelen: lagere intelligentie, problemen thuis of andere psychische stoornissen. Het is niet altijd ADHD."
Neijens ziet dat als een kind eenmaal het AD(H)D-label heeft en medicatie krijgt voorgeschreven, daar jaren aan vast zit. "Dat moet je dus zorgvuldig doen."
Een deel van de huisartsen schrijft zonder tussenkomst van een kinderpsychiater AD(H)D-medicatie voor, blijkt uit de enquête van onderzoeker Matthijssen. Huisarts Neijens doet dat niet maar herkent de druk van ouders en school wel. "Ouders vinden het wel eens vervelend als ik het niet wil voorschrijven. De wachttijd voor kinderpsychiaters is lang. Dat is vervelend en soms voelen ouders zich afgescheept. Ik heb een ouder gehad die daar tot drie keer toe op terugkwam. Terwijl ik helemaal niet de noodzaak zag om het kind onmiddellijk te helpen."
Neijens vindt, net als bijna driekwart van de ondervraagde huisartsen, dat de medicatie te snel wordt voorgeschreven, vooral aan jonge kinderen. "Dat zijn net puppies. Ze zijn de hele tijd bezig en bewegen constant. Maar wat we als maatschappij van ze verwachten is dat ze van jongs af aan al leren stilzitten, luisteren, opdrachtjes maken."
Ze zegt dat er een enorme nadruk ligt op de ontwikkeling van het cognitieve. "We verwaarlozen de fysieke ontwikkeling, maar ook de fysieke behoefte van kinderen om te bewegen. Een deel van die drukke kinderen kunnen niet wat we van ze vragen. Dat is geen ADHD, dat zijn gewoon gezonde kinderen."
Dat medicijnen als Ritalin, Concerta en Medikinet veel worden voorgeschreven, komt niet als een verrassing. In de periode 2003-2014 verviervoudigde het aantal voorgeschreven recepten. Die groei vlakte de jaren daarna af. In 2023 werd het medicijn 85.000 keer voorgeschreven aan kinderen van 4 tot 17 jaar.
De Gezondheidsraad vroeg naar aanleiding van die enorme groei om meer alertheid van artsen bij het voorschrijven van medicatie. Ook hoogleraar Kinder- en Jeugdpsychiatrie bij het Amsterdam UMC Ramon Lindauer pleit namens de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie nu wéér voor een pas op de plaats. Hij wil graag dat artsen elk jaar een stopweek inbouwen, zoals ook in de richtlijnen staat.
Lindauer: "Dat je minimaal een week stopt om te kijken wat daarvan het effect is. Als kinderen goed functioneren, ook zonder medicatie, dan kun je ook afbouwen en gewoon stoppen. Daar moeten we echt meer aandacht voor hebben."