Misbruik ADHD-medicatie: 'controles op patiënten moeten beter'
Annabel van Gestel
Annabel van Gestel
Medicijnen slikken voor een aandoening die je (hoogst waarschijnlijk) helemaal niet hebt: vooral bij studenten is het slikken van ADHD-medicatie zonder recept zeer populair. Zij krijgen die medicijnen meestal van anderen, bijvoorbeeld medestudenten, die het wél op recept kunnen verkrijgen. Dit is illegaal en deskundigen raden het ten zeerste af. Er schuilt ook een ander probleem achter: de soms gebrekkige controle op patiënten.
Ongeveer 4 procent van alle studenten heeft wel eens ADHD-medicijnen gebruikt zonder recept, bleek vorig jaar uit onderzoek van onder andere het Trimbos-Instituut en het Instituut Verantwoord Medicijngebruik (IVM). Zij verkrijgen de middelen vooral via vrienden.
En dat is verre van onschuldig, zeggen zowel het RIVM als deskundigen. Kinder- en jeugdpsychiater Gigi van de Loo-Neus bij Karakter, gespecialiseerd in ADHD-problematiek, zegt dat veel mensen zich weinig bewust zijn van de bijwerkingen. "Het kan invloed hebben op je slaap, je metabolisme, je bloeddruk. Studenten die het zonder recept slikken denken: ik neem er nog eentje bij, terwijl iemand die het gestructureerd gebruikt weet hoeveel hij nodig heeft."
Studenten zonder diagnose gebruiken ADHD-medicatie om wakkerder en meer gefocust te zijn. "De vraag is dan of zo'n medicijn beter werkt dan een goede kop koffie", zegt Van de Loo. "En het kan juist ook een averechts effect hebben als het niet voor jou bedoeld is. De kans op verslaving is bijvoorbeeld groter als je medicatie niet op de goede manier gebruikt en het kan nare bijwerkingen geven."
Controles
Psychiaters, huisartsen en apothekers spelen een rol in de voorlichting over de bijwerkingen van ADHD-medicatie, maar moeten ook controles uitvoeren op het gebruik. Het IVM hanteert als leidraad dat een halfjaarlijkse controle voor ADHD-patiënten gewenst is. Bij sommige huisartsenpraktijken en zorginstellingen gebeurt dit nauwgezet, maar bij andere veel minder of niet, blijkt uit een rondgang van het IVM.
Apotheker Marieke van den Berk-Bulsink, tevens adviseur bij het IVM, zegt dat niet alle zorgverleners bekend zijn met het oneigenlijk gebruik van ADHD-medicatie. "Daarnaast zijn psychische aandoeningen vaak niet geregeld in de ketenzorg. Bij hart- en vaatziektes of diabetes ligt bijvoorbeeld vast dat patiënten elke drie maanden naar de huisarts gaan. Bij de psychische zorg is dat minder strak geregeld."
Trillen en geen hongergevoel
De nu 24-jarige student Anna werd als kind gediagnosticeerd met ADHD en kreeg methylfenidaat voorgeschreven. Ze kreeg naar haar zeggen de 'gebruikelijke dosering'. Die bleek bleek veel te hoog. "Ik kreeg veel last van bijwerkingen: ik ging trillen en ik had geen hongergevoel dus ik viel enorm af. Ik vond het vreemd dat ik zo makkelijk zo'n hoge dosering in een keer meekreeg. Ze hadden beter kunnen zeggen: we beginnen laag en dan kijken we verder."
Anna stopte direct met het medicijn en slikt nu sinds twee jaar dexamfetamine, een ander veelgebruikt ADHD-medicijn. "Dat werkt heel goed. Ik heb geen last van bijwerkingen."
Toch is Anna in de afgelopen twee jaar nooit gebeld door haar huisarts of door de apotheek met de vraag of ze last heeft van bijwerkingen en of de dosering nog klopt. De student klinische neuropsychologie zegt daar ook geen behoefte aan te hebben, "maar ik kan me voorstellen dat anderen dat wel prettig zouden vinden. Vooral in de beginfase."
Geen tijd bij huisartsen
Psychiater Van de Loo-Neus herkent de problemen bij het diagnosticeren en het uitvoeren van controles. Over Anna's opmerking dat ze de 'gebruikelijke dosering' kreeg, zegt ze dat die eigenlijk niet bestaat. "Sommige kinderen hebben aan een lage dosering de hele dag genoeg, andere hebben misschien wel tien keer die hoeveelheid nodig om effect te hebben."
Over het gebrek aan controle zegt Van de Loo dat sommige huisartsen daar simpelweg niet aan toekomen. "Zij geven aan: we krijgen het niet voor elkaar om dat elk half jaar te doen. Als je tien ADHD-patiënten bij je praktijk hebt, zit je spreekuur snel vol, dus dat is begrijpelijk, maar ook zorgelijk."
Toch denkt Van de Loo-Neus dat het in de meeste gevallen goed gaat. Dat zegt ook ADHD-patiënt Rosa (23). Ze doorliep een lang traject voordat de diagnose werd gesteld en haar apotheek hanteert een streng beleid voor herhaalrecepten. "Ik wil het liefst voor een lange periode medicatie meenemen, want ik vind het gedoe om steeds terug te moeten komen. Maar dat mag niet. Dan zijn ze bang dat ik het ga doorgeven."
Rosa zegt dit vervelend te vinden, maar ook begrijpelijk: "Vrienden hebben wel eens aan me gevraagd of ik wat aan hen kon geven. Volgens mij kun je er ook goed mee verdienen. Maar ja, ik heb het zelf nodig en ik kan dus niet zomaar meer medicatie krijgen."