Labelconflicten: de strijd om plantaardige zuivelnamen

  • Naomi Menelik

    redacteur Nieuwsuur

  • Naomi Menelik

    redacteur Nieuwsuur

Al decennialang woedt er een strijd over de vraag of zuivel en vleesvervangers namen mogen krijgen als 'havermelk' of 'vegaburger'. Terwijl dat voor vleesvervangers is toegestaan, geldt dat voor zuivelvervangers volgens Europese wetgeving niet. Hierdoor staan plantaardige producenten voor een dilemma: want hoe noem je plantaardige boter die geen boter mag heten?

Zo ook de producten van het bedrijf Mister Kitchen. De naam 'Droomboter' voor hun plantaardig product gemaakt van cacaoboter is verboden, omdat het een beschermde zuivelbenaming is. Dat zegt de Nederlandse Zuivelorganisatie (NZO) die met een kort geding dreigt als het bedrijf de naam blijft gebruiken.

Ook ligt er een klacht bij de Reclame Code Commissie en is de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit bij het bedrijf langsgekomen. De termen 'room' en 'boter' mogen wettelijk niet gebruikt worden, omdat het product volledig plantaardig is, stellen zij.

'Creatieve uitdaging'

NZO-directeur Joep Rats: "Het is een mooi plantaardig product, maar het bevat geen boter. En daarmee is het als smeersel een mogelijk alternatief. Maar boter zelf is het niet." Volgens Rats tast de naamgeving de gevestigde naam van boter aan. Mensen willen weten of er daadwerkelijk boter in zit, stelt hij. Hij ziet het als een creatieve uitdaging voor ondernemers om met een nieuwe naam te komen die passender is.

Daan Faber, een van de mede-eigenaren van Mr Kitchen, heeft daar een heel andere kijk op. "In deze tijd waarin de overtuiging groeit dat we plantaardiger moeten eten, vinden wij het belangrijk dat mensen onze droomboter ook kunnen vinden op plekken waar zij altijd al boter hebben gekocht. En dat het dan ook zo heet. Want 'plantaardig vet smeersel', dat gaat niet verkopen in de winkel."

De 'Droomboter'-initiatiefnemers van Mr. Kitchen hebben besloten om de naam van hun product toch te veranderen:

Plantaardige botermakers staken gevecht over de naam van hun product

De Rabobank voorspelt een beperkte groei van plantaardige alternatieven en benadrukt dat dierlijk zuivel de komende jaren de meest gekozen optie blijft. Voedingsexpert Hans Dagevos onderstreept daarom ook het belang van de naamgeving voor een succesvolle verkoop van plantaardige producten.

"De dominante marktstrategie voor de plantaardige alternatieven is om zoveel mogelijk het traditionele na te maken, zowel in termen van smeerbaarheid, smaak en het gebruik ervan. Dus het laatste dingetje wat je eigenlijk nodig hebt is een duidelijke naamgeving", zegt Dagevos. Volgens hem toont onderzoek ook aan dat wanneer een product refereert aan boter of vlees, mensen het product beter begrijpen.

'Zuivelcensuur'

'Droomboter' maakt deel uit van een breder debat over zuivelnamen van plantaardige producten, die ook op internationaal vlak wordt uitgevochten. Termen als 'amandelmelk' en 'veganistische kaas' waren al verboden voor Europese producten. Plantaardige alternatieven mogen niet de naam krijgen van de zuivelproducten waar ze op lijken.

Maar in 2021 werden bij het Europees Parlement nog twee omstreden voorstellen - amendement 165 en 171 - ingediend voor nog strengere regels voor de namen van vleesvervangers en plantaardige versies van zuivel. Ook verwijzingen naar het origineel zouden verboden moeten worden, bijvoorbeeld een naam als 'kaasalternatief'.

Een petitie van organisatie ProVeg Internationaal, die zich specifiek inzet voor plantaardige voeding, tegen deze "zuivelcensuur" werd ruim 450.000 keer ondertekend. Amendement 165 voor de vleesvervangers werd uiteindelijk ingetrokken. Amendement 171 werd door het Europees Parlement wel aangenomen maar later, onder druk van consumenten, door de initiatiefnemer ook ingetrokken.

Of het kort geding over 'Droomboter' nu van de baan is, kan NZO-directeur Rats nog niet bevestigen. Al lijkt "de angel er nu wel uit te zijn", laat hij weten.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl