Nikole Hannah-Jones in gesprek met Nieuwsuur

Nikole Hannah-Jones: 'Slavernij nog steeds basis van Amerikaanse samenleving'

Met haar journalistieke onderzoek brengt de Amerikaanse historicus en journalist Nikole Hannah-Jones belangrijke, onbekende delen van de Amerikaanse geschiedenis onder de aandacht. Over het slavernijverleden dat in de VS nog steeds dient als basis voor de huidige Amerikaanse samenleving. "Zolang we dat niet willen zien en niet erkennen, leeft de mythe door en herstellen we de schade niet."

Ze is de drijvende kracht achter het journalistieke onderzoek The 1619 Project - een aantal essays en journalistieke stukken gepubliceerd in The New York Times waar inmiddels ook een boek en een podcast van zijn gemaakt- over de gevolgen van de slavernij in de VS. Ze won er in 2020 de prestigieuze Pulitzerprijs mee. "Als je de Verenigde Staten wilt begrijpen, moet je teruggaan naar het jaar 1619. Het moment dat we besluiten ons in te laten met Afrikaanse slavernij."

Vlissingen

Die slavernij begon dat jaar in Vlissingen, toen een boot vertrok naar Virginia in de Verenigde Staten. "Het schip, de White Lion, arriveert en ze hebben voorraden nodig. Dus praten ze daar met de Engelse kolonisten en onderhandelen ze over handel. Ze verkopen daar naar schatting tussen de twintig en dertig Afrikanen uit het hedendaagse Angola, buitgemaakt op zee op een Portugees schip", vertelt Hannah-Jones.

Binnen een paar dagen zou er nog een schip arriveren, met nog meer Angolezen. "Dat markeren we min of meer als het begin van de slavernij in Amerika", zegt Hannah-Jones, die Zeeland zelf bezocht. Ze keek er uit over de haven en probeerde zich voor te stellen hoe het er 400 jaar geleden aan toe moest zijn gegaan. "Een heel somber moment."

Het verhaal van The White Lion in 1619 is het startsein voor de gestructureerde slavenhandel die daarop zal volgen.

The White Lion verkoopt tot slaaf gemaakten voor proviand

De Afrikaanse slavernij is in de Verenigde Staten nog steeds de basis onder de samenleving, blijkt uit het onderzoek van Hannah-Jones. "Als je kapitalisme, democratie, muziek, verkeer, gezondheidszorg wilt begrijpen, dan moeten we teruggaan naar die basis. Het bepaalt wat de Verenigde Staten zouden worden."

Een land dat werd gesticht door mannen die hun rijkdom en status verkregen door een vijfde van de bevolking alle vrijheid te ontzeggen. "Dat kun je niet uit onze geschiedenis schrappen", zegt ze. "Onze identiteit als natie werd gevormd door een van de meest barbaarse wreedheden op het gebied van mensenrechten in de geschiedenis van de wereld."

Persoonlijke zoektocht

Ze denkt dat het voor veel Amerikanen een pijnlijke geschiedenis is, die ze laat worstelen met een leugen uit het verleden. "De leugen over wie we zijn als land. Zwarte Amerikanen hebben niet de luxe gehad om te doen alsof we het grootste vrije land ter wereld zijn, omdat we op elk moment van ons bestaan moeten vechten voor basisrechten."

Ze noemt het propaganda, zeer succesvolle propaganda waarin Amerikanen ook vandaag de dag nog steeds geloven. De mythe van Amerikaans exceptionisme, noemt Hannah-Jones het. "Ze geloven in het idee dat er nooit een grotere natie, een vrijere natie op aarde is gevormd. En voor dat idee is het verhaal van zwarte Amerikanen heel onhandig."

Haar onderzoek was voor Hannah-Jones ook een persoonlijke zoektocht naar het leven van haar voorouders. "Het toonde aan dat we niet alle geschiedenis kennen. We leren alleen bepaalde delen van de geschiedenis, die maar één verhaal vertellen. Ik heb geprobeerd om meer van het verhaal te begrijpen, en vooral het verhaal van degenen die zijn buitengesloten."

Erkenning

Amerikanen kijken graag vooruit, zegt Hannah-Jones. Ze houden er niet van om lang na te denken over het verleden. "We willen liever nadenken over waar we heen gaan. Dat kan een positieve, optimistische eigenschap zijn." Het probleem is volgens haar dat als je je geschiedenis niet kent, je niet begrijpt waarom een samenleving is zoals die is. "De meeste Amerikanen weten niet zoveel over onze geschiedenis en bijna niets over de geschiedenis van ras, racisme, slavernij en hoe dat nog steeds doorwerkt."

Morgen zal Koning Willem-Alexander bij de herdenking van het slavernijverleden, in navolging van het kabinet, mogelijk excuses maken voor het slavernijverleden. De Afro-Nederlandse gemeenschap hoopt daar vurig op. Hannah-Jones denkt dat excuses niet kunnen uitblijven. "Je kunt de schade niet herstellen als je de misdaad niet erkent. Dat is de eerste stap: erkenning."

Ze vergelijkt het met een persoonlijke relatie. "Als iemand in je familie iets doet dat jou pijn doet en dat niet wil erkennen, dan kom je daar niet overheen. Die relatie kan niet genezen. Er kan stilte zijn. Je kunt misschien samen aan tafel zitten en eten, maar de pijn blijft. Totdat die persoon zegt: dat had ik niet moeten doen, en dit is wat ik ga doen om het beter te maken."

Hannah-Jones ziet bij veel landen angst om de fouten toe te geven, omdat er dan onmiddellijk gevraagd zal worden om het goed te maken. "Als we onze excuses aanbieden is de volgende vraag: hoe herstel je de schade? En ik geloof niet dat Nederland klaar is voor die vraag. Zeker ook de Verenigde Staten niet."

Symbool

Haar jarenlange onderzoek voor het 1619-project beheerst haar leven inmiddels compleet. Conservatieve Amerikanen hebben het op haar werk gemunt en in verschillende staten is haar boek verbannen uit scholen en bibliotheken, met als aanvoerder oud-president Donald Trump.

"Toen de eerste aanvallen kwamen, was dat emotioneel uitputtend, zeer stressvol", zegt Hannah-Jones. "Als kind had ik nooit verwacht dat iemand mijn naam zou kennen. En zeker niet gedacht dat ik een symbool zou worden voor mensen die van me houden én mensen die me haten."

Langzaamaan went ze er een beetje aan en is ze nog trotser op haar werk. "Ik beschouw het als een eer dat ik een journalistiek werk heb kunnen maken dat naar de geschiedenis kijkt en dat mensen zo bang maakt dat ze dat werk aanvallen. Dat betekent dat ik precies heb gedaan wat ik moest doen."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl