Annephine van Uchelen
Annephine van Uchelen
Het komt bijna nooit voor: zes exposities tegelijk van één en dezelfde kunstenaar. Onder de naam 'De zomer van Jeanne' is werk van Jeanne Bieruma Oosting (1898-1994) te zien in Zutphen, Maassluis, Almen, Heerenveen, Fochteloo en Beetsterzwaag.
Oosting was dan ook zeer productief en veelzijdig. "Het is geen bezigheid, maar een gedrevenheid", is een uitspraak van haar. Schilderen was voor haar geen hobby, maar een vak. Als ongetrouwde vrouw met een eigen beroep was ze haar tijd ver vooruit.
Altijd haast
Oosting was een grote naam. Musea wilden haar werk graag hebben. Ze verkocht veel, vaak schilderijen met interieurs, bloemen en landschappen, maar ook veel gedurfdere onderwerpen.
Dat er nu een een schat aan onbekend en modern werk is te zien, is mede dankzij biograaf Jolande Withuis. Met haar boek Geen tijd verliezen zette ze de naam Jeanne Bieruma Oosting opnieuw op de kaart. De titel verwijst naar Oostings ongelofelijke ambitie die in haar kindertijd werd gedwarsboomd. "Ze had daarom heel wat tijd in te halen", vertelt Withuis.
Die race tegen de klok speelde tot op hoge leeftijd, herinnert Dineke Kruissink zich, die tot op late leeftijd tegenover Oosting woonde in Almen. "Ze liep niet, ze marcheerde! Ze had altijd haast, rookte als een ketter. Als ze kwam koffiedrinken, vertrok ze zodra de koffie in het filter zat. Alles duurde haar te lang, ze wilde weer aan het werk."
Adellijke titel
Als kind in een rijk en aristocratisch gezin in Friesland was Oosting voorbestemd om kinderen te krijgen en zo de adellijke titel veilig te stellen. Dat zij op haar zestiende besloot om kunstenaar te worden leidde tot grote conflicten, vooral met haar vader. Waar haar broer en zus financieel niets tekort kwamen, steunden Jeannes ouders haar keuze voor een kunstopleiding niet. In een interview in 1994 met omroep RVU zei ze: "Mijn vader heeft altijd het gevoel gehad: die dochter is mislukt, dat wordt niks."
Oosting liet zich niet ontmoedigen en ontdekte steeds weer dingen die ze graag wilde schilderen. "Ze kon enorm getroffen zijn door de lichtval, de natuur, een interieur", vertelt Withuis in Museum Henriette Polak in Zutphen. "Schilderen was echt haar leven. Dat was ook de reden dat ze niet wilde trouwen: je tijd besteden aan het huishouden, daar begon zij niet aan."
Bordelen
Oosting was niet alleen "die vrouw van die mooie olieverfschilderijen", vertelt Withuis. "Zij maakte houtsneden, litho's, etsen en aquarellen. Ze vond het ook heerlijk om steeds iets nieuws te leren."
In 1929 vertrok Oosting naar Parijs, indertijd hét kunstenaarsmekka van de wereld, een ongekende stap voor een vrouw alleen. Ondanks de armoede waarin ze leefde, genoot ze met grote teugen van de exposities en de kunst. Ze leerde er onder meer de kunsttechniek lithografie.
In het Franse kunstenaarscircuit ging ze haar eigen gang. Gedurfd waren de schetsen van vrouwelijke naakten die ze maakte in bordelen en die ze thuis uitwerkte. "Nu ik toch in Parijs was, wilde ik ook alles weten", vertelde ze later. "De vrouwen zagen eruit als Eva (van Adam, red)."
Deze serie naakten is nu in Museum Belvédère te zien. "Ze zijn zelden geëxposeerd", vertelt conservator Susan van den Berg. "Het mooie is dat de vrouwen niet poseren maar bezig zijn met hun dagelijkse routine."
De vrouwen op de litho's wassen zich of verschuiven een jarretel. Ze glimlachen niet en houden zich niet bezig met de kunstenaar tegenover zich. Het werk doet nog altijd modern aan. Alhoewel Oosting zelf geen moeite had om het gewaagde werk te tonen, raadde haar omgeving het af en verdween de serie voorgoed naar de achtergrond.
'Ik ben schilderes'
Ander minder bekend werk in Museum Belvédère is dat over onderwerpen zoals dood, ziekte en verval. "Het waren geen vrolijke thema's die ze in de jaren dertig hanteerde", zegt Van den Berg. "Er kwamen in Parijs veel invloeden op haar af waardoor haar ontwikkeling als mens en als kunstenaar in een stroomversnelling raakte."
Het is die schurende kant van Oostings werk die Withuis heeft willen laten zien. "Haar goed verkopende werk dat museumdirecteuren kenden was vaak toegankelijk, mooi van kleur en technisch knap, maar ook snel vergeten en uit de mode geraakt. Juist die grafiek en naakten waren zo ongelofelijk vernieuwend, met een worstelende kant."
Withuis koos voor de cover van haar boek onderstaand zelfportret van Oosting. "Het is een triomfantelijk schilderij dat uitstraalt 'Ik heb gewonnen, ik ben schilderes!'. Dat is ook precies wat er op haar grafsteen staat."
Het werk van Jeanne Bieruma Oosting is op zes locaties in Nederland te zien.