Verslaggever Gert-Jan Dennekamp is voor Nieuwsuur in Oekraïne. De omstandigheden maken het werken in oorlogsgebied niet makkelijk. Rusland bestookt de logistiek en de infrastructuur van het land en dat merken ze aan de pomp: benzine en diesel zijn inmiddels op rantsoen. De Krementsjoek-olieraffinaderij is door Rusland geraakt en de voorraad raakt op. De import uit Europa is nog onvoldoende om dat op te vangen.
"Ik kreeg vanochtend maar vijf liter." Onze chauffeur Natalja in Lviv wijst op haar auto: "We hebben vijftig liter in de tank en twee jerrycans in de kofferbak." Ze rekent me voor dat we daarmee dicht bij ons doel komen, maar om verder te komen moet daar dan wel weer brandstof te krijgen zijn, anders zitten we vast. We bellen rond en de berichten zijn niet goed. Overal staan lange rijen en steeds meer tankstations zijn uitverkocht.
Benzine is op rantsoen. Op veel plekken krijg je per tankbeurt nog maar tien liter benzine, diesel slechts vijf en daarvoor sta je een half uur of langer in de rij. Een stel uit Kiev heeft al tien liter gehaald en staat nu wéér in de rij. Ze moeten nog drie keer aanschuiven en de tank is vol en daarmee kunnen ze verder. Ze waren gevlucht, logeerden bij vrienden en gaan nu weer terug naar huis, in Kiev.
Ook wij staan opnieuw in de rij voordat we richting het oosten vertrekken. Na een pauze van twee uur mag je weer aanschuiven. Bovendien horen we dat op onze eindbestemming er nog wel diesel is.
Buiten Lviv staat bij een benzinestation een lange rij vrachtwagens. "Ik heb vannacht bij een ander station geslapen en vier uur gewacht", zegt een chauffeur, maar dat bleek tevergeefs. Hij hoorde dat hier wel diesel geleverd zou worden. Verderop staat een tankauto met een nieuwe levering. Zonder diesel ligt alles stil, zegt hij. Nog even en hij kan weer verder. Vrachtwagens mogen gewoon voltanken.
Het huidige brandstofprobleem ontstond een week geleden. De Russen bombardeerden de raffinaderij van Krementsjoek en op andere plekken in het land opslagplaatsen. Langzaam raken de voorraden op. "De bezetters vernietigen met opzet de infrastructuur voor de productie, het verdelen en de opslag van brandstof", zei president Volodymyr Zelensky in een interview afgelopen vrijdag. "Rusland heeft ook onze havens geblokkeerd, dus er is geen snelle oplossing voor dit probleem."
Rusland richt de aanvallen op spoorverbindingen en de opslag van olieproducten. Vooral de infrastructuur die te maken heeft met de bevoorrading van de strijdkrachten, is hun doel, zegt Peter Wijninga van het Den Haag Centrum voor Strategische Studies. "Om te voorkomen dat zware wapens via het spoor aan het front terecht komen en kunnen worden ingezet."
Benzine uit Europa
Nu er veel zwaarder materieel vanuit het Westen naar Oekraïne wordt gestuurd, moeten daarom vooral stations en olie-installaties het ontgelden. "Olievoorraden houden de Oekraïense strijdmachten in beweging, want dat zware materieel heeft veel meer brandstof nodig. Die reserves willen ze de de Oekraïners ontzeggen. En daar heeft al het vervoer, dus ook de burgers, last van."
Zelensky wil de brandstof zoveel als mogelijk uit de EU halen. Het stadsbestuur van Kiev deed zelfs een oproep aan de inwoners om de auto te laten staan en de benzine beschikbaar te houden voor de mensen die het echt nodig hebben: de militairen en vrijwilligers die van en naar het front rijden.
De problemen zijn niet alleen het gevolg van de recente Russische aanvallen. Een groot deel van de benzine en diesel kwam uit Wit-Rusland en een deel uit Rusland. Die routes zijn stilgevallen en dus moet de benzine uit Europa komen. Dat loopt alles behalve soepel, zegt Stepan Kuibida, hoofd van de economische sector van de regionale overheid in Lviv.
Er worden wel nieuwe contracten gesloten met leveranciers uit Europa, maar ook in Europa zijn de voorraden beperkt. "Dit is een nieuwe fase in de oorlog: de energiefase", zegt Kuibida. "In Europa is niet genoeg capaciteit om dit allemaal in voldoende mate op te vangen." En dan heeft hij het nog niet eens over het papierwerk en de bureaucratie aan de grens.