Als het gaat om seksueel grensoverschrijdend gedrag en misbruik moet de overheid niet van incident naar incident rennen, maar met een echte aanpak komen. "Geen goedbedoelde commissies, maar het onderwerp echt oppakken en actie op gang brengen."
Dat zegt Herman Bolhaar, Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld, vanavond in Nieuwsuur. Bolhaar komt binnenkort met een rapport over alle aanbevelingen die in het verleden zijn gedaan - onder meer na onderzoeken binnen de katholieke kerk, de sport, pleeg- en jeugdzorg.
Dat daar een rapport over moet komen, zegt volgens Bolhaar al genoeg. "Dat zegt op een cynische manier dat we het niet in papier, maar in actie moeten zoeken. Er zijn al veel commissies met aanbevelingen geweest. Wat is er met al die conclusies gebeurd?"
"Er is zoveel opschudding de afgelopen weken over alle zaken in het nieuws. Maar dit zat er al lang", zegt Bolhaar. "Het feit dat het nu het gesprek van de dag is, betekent dat we veel gesprekken hebben gemist het afgelopen jaar."
Vervelende waarheid
De rapporteur adviseert dat er veel meer binnen gezinnen, scholen, en de dagelijkse leefomgeving over het onderwerp moet worden gesproken. "We moeten dagelijks in gesprek over grenzen, normen en waarden. Er is een aantal grenzen waar we elkaar op moeten wijzen. Je moet het ongemak toelaten als je het erover hebt,"
"Hoe komt het dat we in Nederland overal vanaf jonge leeftijd zwemles hebben? Omdat we de gevaren van het water kennen, en over seksuele omgangsvormen is er bijna niets. Dat moet je van jongs af aan leren. Daar begint het."
Nu raken zaken versnipperd, zegt Bolhaar. "Ze worden als incident weggezet. Met veel vragen aan slachtoffers. Dan verwatert het vanzelf tot een incident. Maar misbruik komt breed maatschappelijk voor."
Bolhaar denkt aan goede voorlichting op scholen, want het gaat vaak over jonge daders en slachtoffers. "Uiteindelijk moet je weten met elkaar dat het een vervelende waarheid is: die man in de bosjes bestaat misschien ook nog wel ergens, maar de grote massa is veel geniepiger, 70 procent van de daders is een bekende van het kind."
Mandy werd van haar 8e tot haar 14e misbruikt door haar opa. Op scholen probeert ze nu het taboe te doorbreken.
De beste hulp aan slachtoffers is om te voorkomen dat er daders zijn, benadrukt Bolhaar. "We moeten meer leren begrijpen van daders, veel meer aan preventie en educatie doen en natuurlijk zonodig aan handhaving."
Het is volgens hem een optelsom van diagnose en daders en slachtoffers helpen. Ook met het strafrecht. "Die keten moet tot actie leiden, in de directe omgeving. Dat kan klein beginnen en groot eindigen. De discussie van nu moet voortgezet worden. Ingrijpen en hulp bieden."
Als voorbeeld noemt hij de centra voor seksueel geweld. "Die bieden een voordeur van opsporing tot hupverlening. Slachtoffers worden daar in één keer geholpen. Alles zit er onder één dak."