De studie die Jaap van Dissel van het RIVM gisteren aanhaalde om te illustreren dat er geen bewijs is dat een landelijke mondkapjesplicht werkt, geeft hierover geen duidelijkheid. Het zou best kunnen dat zo'n verplichting in bepaalde situaties wél een positief effect heeft, zegt de Noorse onderzoeker Bjørn Iversen die de studie deed.
Het kabinet besloot gisteren dat er geen landelijke mondkapjesplicht komt. Het Outbreak Management Team (OMT) ziet geen redenen om het dragen van niet-medische mondkapjes te verplichten. "Wetenschappelijk bewijs ontbreekt daar domweg voor", zei Van Dissel.
Hij haalde een studie van een Noors instituut aan over de effectiviteit van het dragen van mondkapjes. "Om te illustreren: 200.000 personen moeten ten minste een week een mondkapje dragen om misschien één besmetting te voorkomen."
Maar volgens onderzoeker Iversen kunnen op basis van zijn studie geen conclusies over het nut van mondkapjes worden getrokken. De onderzoekers keken naar alle bestaande onderzoeken over gezichtsmaskers en zagen dat de resultaten heel erg verschillen. "Sommige laten een risicoverlaging zien van zes procent, anderen van tachtig procent."
'Zwakke schatting'
De meest recente schatting van de Noor is dat in de Noorse situatie, die volgens hem redelijk vergelijkbaar is met de Nederlandse, 75.000 mensen een week lang een mondmasker moeten dragen om één besmetting te voorkomen. "Maar dat is een losse, zwakke schatting. We weten het effect van gezichtsmaskers gewoon niet."
De conclusie trekken dat een mondkapjesplicht niet werkt, kan dus niet. "De effectiviteit is heel erg afhankelijk van de epidemische situatie in een land", zegt Iversen. "Het is aan elk afzonderlijk land om de situatie te bepalen en aanbevelingen te doen."
Iversen zou mondkapjes aanraden in landen met grote uitbraken, zoals nu België. En op plekken waar minstens een meter afstand houden van anderen niet mogelijk is. "Al is afstand houden veel belangrijker dan het dragen van een mondkapje."