Geen landelijke verplichting voor mondkapje, wel lokale experimenten
Het Outbreak Management Team (OMT) ziet nog steeds geen reden om niet-medische mondkapjes verplicht te stellen. Er is geen wetenschappelijk bewijs voor de werking ervan, vindt het OMT na weging van de nieuwste inzichten en rapporten.
Jaap van Dissel van het Centrum Infectieziektenbestrijding lichtte het OMT-besluit kort toe:
Er komt dan ook geen landelijke verplichting voor het dragen van niet-medische mondkapjes, heeft het kabinet besloten. Maar met de veiligheidsregio's wordt nog wel gesproken over manieren om lokaal maatregelen te nemen om het gedrag van mensen te beïnvloeden. Dat is de uitkomst van overleg tussen minister Van Ark voor Medische Zorg en het Veiligheidsberaad, waarin de 25 veiligheidsregio's zijn vertegenwoordigd, op het provinciehuis in Utrecht.
Lokale experimenten
Omdat in sommige regio's het aantal besmettingen sneller omhoog gaat dan in andere, bijvoorbeeld in Rotterdam en West-Brabant, moeten er wel mogelijkheden komen om lokaal op te treden.
Dan gaat het over mondkapjes, maar ook over het beïnvloeden van gedrag op andere manieren, zoals publiekscampagnes en het benaderen van specifieke doelgroepen, zoals jongeren en studenten of terugkerende toeristen.
Waar geëxperimenteerd gaat worden met lokale maatregelen wordt op dit moment onderzocht, vertelt Hubert Bruls, voorzitter van het Veiligheidsberaad:
In de loop van de week worden hierover besluiten genomen, zei burgemeester Bruls van Nijmegen, de voorzitter van het Veiligheidsberaad. Waar en wanneer die maatregelen worden ingevoerd, en wat ze precies inhouden, is nog niet duidelijk.
Noodverordeningen
Van tevoren was duidelijk dat de burgemeesters die de veiligheidsregio's voorzitten verschillend denken over de invoering van een mondkapjesplicht: sommigen voelen er weinig voor, anderen willen juist meer mogelijkheden om zo'n plicht lokaal toch in te voeren als ze dat nodig vinden.
Omdat de coronamaatregelen worden genomen op basis van noodverordeningen, kunnen lokale overheden in beginsel zelf geen besluiten nemen over beperkingen. Die verantwoordelijkheid ligt bij het kabinet. Ook het parlement heeft er niets over te zeggen: daarvoor is een wet nodig.