Het openbaar vervoer corona-bestendig maken is een enorme uitdaging. Al weken breken ov-organisaties zich het hoofd over de vraag hoe een normale dienstregeling eruit moet gaan zien en wanneer die kan ingaan. Morgen praten diverse organisaties en bedrijven daarover met de staatssecretaris.
Vervoerseconoom Erik Verhoef benadert het probleem vanuit een economische hoek, aangezien we te maken hebben met schaarste. "Kunnen ov-organisatie wat doen met vraag en aanbod?" Dat laatste wordt lastig, geeft Verhoef meteen aan. Op de korte termijn kunnen er niet meer treinen en bussen worden aangeschaft.
"Ook de dienstregeling uitbreiden en bijvoorbeeld langere perrons bouwen, gaat niet op de korte termijn. Dat betekent dat je moet kijken naar de vraag", zegt de vervoerseconoom. "Die zou je kunnen sturen. Dat wil zeggen: dan moet je het gedrag van de reizigers bijsturen."
Wat is de impact van 1,5 meter afstand in het ov? Deze computersimulatie laat zien welke problemen het oplevert op een gemiddelde maandagochtend op Utrecht Centraal Station.
Op basis van eerder onderzoek zouden prijsprikkels op de korte termijn het beste het gedrag van de reiziger kunnen beïnvloeden. Dus door kaartjes in de spits duurder te maken. Verhoef: "De spitskilometers zijn de duurste van allemaal. Zonder spits hebben we geen langere treinen of langere perrons nodig."
Maar de econoom verwacht dat de politiek eerder zal inzetten op verlaging van de prijzen in de daluren. "We weten uit eerder onderzoek, ook in het openbaar vervoer, dat dat werkt. Een aantekening daarbij is wel: aan de eerdere pilots deden mensen vrijwillig mee. Dat is altijd weer anders dan een gedwongen situatie. Hoe veranderingsbereid zijn mensen dan?"
Een ander idee zijn verhandelbare rechten. "Dat de overheid bepaalt wie op bepaalde momenten mag reizen en mensen met welke beroepen. Dat noemen ze command & control", zegt Verhoef. "Die toewijzing is nooit perfect, dus daar zou je ook een ruilsysteem voor kunnen bedenken."
Ook de branchevereniging van ov-bedrijven wil daar duidelijkheid over. "Dan kunnen wij vervolgens uitrekenen wat we aankunnen en de maatregelen daarop afstemmen", zegt Pedro Peters, voorzitter van branchevereniging OV-NL. "Als je overal 1,5 meter afstand wilt houden, kunnen we in de bus en de tram groeien naar maximaal 15, 20 procent van het normale aantal reizigers. In de trein en metro misschien naar 25 procent."
Voor een langere periode is er maar één alternatief, volgens Peters: strak inperken wie er mag reizen. "We denken zelfs aan een reserveringssysteem of een speciaal pasje voor doelgroepen die weer mogen reizen."
Enorme sprongen
Los van alle aangedragen oplossingen liggen er nog veel operationele vragen voor de vervoersbedrijven. Want als het gaat over capaciteit, gaat het dan over de trein, het perron of de roltrap op het station?
Verhoef: "Het is niet: of of. Je moet ook verder denken dan alleen de oplossing in het vervoer zelf. Een voorbeeld: we maken nu enorme sprongen met onderwijs op afstand en conference calls met een videoverbinding. Het zou raar zijn om straks allemaal weer tegelijk met werk of school te beginnen. Dit is juist een moment waarin je gewoonten kunt doorbreken."