Binnen het ministerie van Justitie en Veiligheid heerst grote verdeeldheid over het strafrechtelijk onderzoek naar bronnen van Nieuwsuur die aan de basis stonden van het onthullen van de inmiddels erkende misstanden binnen het ministerie. Dit blijkt uit een vertrouwelijke brief van de ondernemingsraad van het ministerie.
De brief komt van de ondernemingsraad van het zogenaamde SG-cluster, dat bestaat uit de ambtenaren van de beleidsdirecties van het Bureau Secretaris-Generaal (BSG) en van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC).
De ambtenaren hebben geen enkel begrip voor de aangifte en eisen opheldering van de secretaris-generaal, de hoogste justitie-ambtenaar. De Tweede Kamer reageerde drie weken geleden ook al onthutst. Onder anderen Kamerlid Michiel van Nispen vond het ongelooflijk. "Deze minister zou de misstanden op zijn ministerie moeten aanpakken, maar wat hij doet is de klokkenluiders aanpakken." Ook CDA-Kamerlid Madeleine van Toorenburg gaf aan grote zorgen te hebben over de strafrechtelijke vervolging.
Minister Ferd Grapperhaus van Justitie en Veiligheid laat weten dat de inhoud van de OR-brief hem bekend is. "Hierover vindt op korte termijn een gesprek plaats tussen de OR en de secretaris-generaal", zo laat hij weten.
Politieke manipulatie
De affaire begon in december 2017, toen Nieuwsuur documenten onthulden die aantoonden dat WODC-onderzoeken naar het Nederlands drugsbeleid door het ministerie van Justitie werden beïnvloed.
De basis voor die onthulling was de klacht van een interne klokkenluider Marianne van Ooyen. Zij had in de afgelopen jaren bij de ambtelijke top van het ministerie bij herhaling, maar steeds tevergeefs, aan de bel getrokken. Pas toen de schriftelijke klacht van Van Ooyen via anderen bij Nieuwsuur terechtkwam, kon de WODC-affaire worden onthuld.
Daarnaast bleken er tientallen mailtjes, conceptrapporten en documenten te bestaan die de politieke manipulatie bevestigden. Uiteindelijk gaf klokkenluider Van Ooyen toestemming haar interne klacht te publiceren.
Interne verhoring
Grapperhaus verdedigt het strafrechtelijk onderzoek naar het lek met het argument dat hij geen andere keus had. Omdat het OM aangaf het lek te kunnen vervolgen, moest Grapperhaus naar eigen zeggen wel aangifte doen, want hij kan en mag zich niet met onafhankelijk onderzoek van het OM bemoeien.
Nu blijkt dat er toch bemoeienis vanuit het ministerie is geweest. De plaatsvervangend secretaris-generaal, die ook de aangifte tegen het lek deed namens het ministerie, heeft de afgelopen maanden zelf diverse mensen ondervraagd in een zoektocht naar lekken. Dat deed hij terwijl het strafrechtelijk onderzoek naar het lek in volle gang was.
De mensen die door de plaatsvervangend secretaris-generaal gehoord werden, werden daarbij niet bijgestaan door een advocaat of op hun rechten gewezen. Dit staat haaks op het uitgangspunt van de minister dat hij zich niet met het strafrechtelijk onderzoek wil bemoeien.
Onacceptabel
Minister Grapperhaus laat in een reactie weten dat er sinds de uitzending over de WODC-kwestie op het ministerie veel gesprekken zijn gevoerd met betrokkenen. "Enerzijds om uitleg te geven over de genomen maatregelen, zoals de drie door mij ingestelde WODC-onderzoeken. Maar ook om medewerkers de mogelijkheid te bieden hun visie daarop te geven."
"Deze week heb ik signalen gekregen dat er daarnaast gesprekken zijn geweest die verder lijken te zijn gegaan dan dat. Dat zou ik onacceptabel vinden. Dat heb ik ook gemeld aan de secretaris-generaal. Over de verdere stappen kan ik op dit moment niets zeggen", zegt Grapperhaus.
- WODC-affaire: strafrechtelijk onderzoek gestart naar bronnen Nieuwsuur
- De WODC-affaire in perspectief
- Ministerie van Justitie schaadde onafhankelijkheid van het WODC
- Onafhankelijk onderzoeksinstituut onder druk gezet door politiek
- Onderzoek naar Nederlands drugsbeleid jarenlang gemanipuleerd
- Klokkenluider WODC: grote zorgen over onderzoeken onafhankelijkheid