Als we naar de politiek kijken, lijkt het niet erg goed gesteld met de Europese solidariteit. "Geen cent naar Griekenland", beloofde premier Rutte tijdens de Griekse crisis (een belofte die hij later overigens moest breken). PVV-leider Wilders noemde datzelfde land ooit 'de junk van Europa', vanwege de 'verslaving' aan Europees geld.
Ook in veel andere Noord-Europese landen zag de politiek het niet zitten om de Grieken al te ruimhartig te steunen, waardoor Griekenland zeer ingrijpend moest bezuinigen.
Met nog enkele dagen tot de Europese verkiezingen is de vraag weer relevant: hoe solidair moeten we zijn met EU-landen in financiële nood? Nieuwsuur stelde de vraag in drie Europese hoofdsteden. De reacties variëren van "alle landen binnen de unie moeten elkaar helpen", tot "we zouden alleen die landen moeten helpen waar de meerderheid christelijk is".
Hoogleraar Claes de Vreese onderzoekt de houding van Europeanen tegenover de Europese Unie. "Het hele Europese project heeft als uitgangspunt: af en toe moet je elkaar helpen om eruit te komen. Dit is lang niet altijd controversieel, zeker niet bij kleine onderwerpen."
Maar bij grotere onderwerpen of tijdens crises valt er vaak een dubbele houding te bespeuren, zegt De Vreese. "Men wil zelf wel graag allerlei vruchten plukken, maar niet te veel uitgeven. Men wil wel iets te zeggen hebben over anderen, maar als het gaat over de eigen nationale begroting mogen anderen daar niets over zeggen."
Tijdens de economische crisis, bijvoorbeeld, vonden veel Europeanen het lastig te verkroppen dat de Grieken door de EU financieel geholpen werden bij hun staatsschuldencrisis. "Solidariteit is makkelijk in tijden van economische voorspoed, maar veel mensen vinden dat het in moeilijke tijden niet ten koste mag gaan van wat je kunt doen in eigen land."
Naast solidariteit kent de EU twee andere grote uitdagingen. Correspondent Sander van Hoorn legt uit: