Veel Europeanen zijn niet erg tevreden over de Europese Unie. Minder dan een op de drie inwoners vindt dat de EU momenteel goed functioneert, blijkt uit een groot onderzoek van de Universiteit van Amsterdam onder inwoners van tien EU-landen.
In Nederland zegt slechts een op de vijf dat 'de Europese Unie goed werkt zoals zij is'. Ruim vier op de tien Nederlanders is het met deze stelling oneens, ruim een derde is het eens noch oneens.
Toch is de ontevredenheid onder de Europeanen niet zo groot dat men uit de EU wil stappen. In de onderzochte landen zegt slechts zo'n tien tot 25 procent van de bevolking voor een vertrek uit de EU te stemmen bij een eventueel referendum. Overigens is het Verenigd Koninkrijk niet meegenomen in het onderzoek.
Nederlanders iets meer pro-EU
Van de ondervraagde Nederlanders zegt een op de vijf vóór een 'nexit' te zijn, vergelijkbaar met Duitsland en Zweden. In Hongarije en Polen botsen de regeringen regelmatig met de EU over onderwerpen als de rechtstaat en vluchtelingenproblematiek, maar juist daar is de bevolking duidelijk pro-EU: slechts een op de tien wil dat hun land uittreedt.
De Nederlandse houding tegenover de EU is vrij stabiel, zegt onderzoeker Claes de Vreese. "Nederlanders zijn de afgelopen paar jaar iets meer pro-Europees geworden, maar het zijn zeker geen gigantische schommelingen. Het is in ieder geval niet zo dat Nederlanders negatiever over de EU zijn gaan denken."
In de meeste landen zegt zo'n twee op de drie mensen het eens te zijn met de stelling dat de EU vrede en stabiliteit bevordert. Zo'n 40 procent (Nederland) tot 75 procent (Polen) van de inwoners zegt te vinden dat hun land heeft geprofiteerd van het EU-lidmaatschap. Een grote groep (in Nederland 33 procent) is het hiermee eens noch oneens; de groep 'oneens' is gemiddeld zo'n 20 procent.
Toch zijn Europeanen overwegend kritisch over de afzonderlijke Europese organen, zoals de Europese Commissie. Gemiddeld vertrouwt slechts ongeveer een op de drie inwoners de Commissie. Nog minder mensen zeggen vertrouwen te hebben in Europese politici.
"Het vertrouwen in Europese instanties en politici hangt erg af vanuit waar je kijkt", zegt De Vreese. "In Nederland en Denemarken is het vertrouwen relatief laag, maar daar is het vertrouwen in de nationale instellingen weer vrij hoog. Spanjaarden en Polen vertrouwen hun nationale politici juist een stuk minder dan de Europese."
"Veel mensen maken een impliciete vergelijking tussen hun eigen politici, en de Europese", legt De Vreese uit. "In Noord-Europa heb je de luxe met tamelijk goed functionerende nationale overheden, en daarmee vergeleken vinden mensen eerder dat de Europese instellingen het slecht doen."
'De EU leeft'
Meer dan bij vorige verkiezingen zijn Europeanen van plan hun (on)genoegen te uiten en te gaan stemmen. "We doen dit soort onderzoek sinds 1999, en het opkomstpercentage bleek altijd lastig te voorspellen. Maar het percentage mensen dat zegt 'helemaal zeker' te gaan stemmen, is altijd een goede indicatie geweest. En dat percentage is hoger dan eerder."
Een verklaring kan zijn dat de Europese thema's meer leven dan bij eerdere verkiezingen, zegt De Vreese. "Er valt heel wat te kiezen. Er zijn de laatste jaren grotere conflicten geweest binnen de EU en de Europese samenwerking is meer ter discussie komen te staan. Mede daardoor doen duidelijk geprofileerde pro- en anti-EU partijen het goed in de peilingen."
Maar de strijd tussen 'voor' en 'tegen' moet niet afleiden van het feit dat de meeste Europeanen in het midden zitten en vooral graag een beter functionerende EU willen, benadrukt De Vreese. "'Hoe moet het dan wél met de EU?' Dat is de vraag waarop de partijen in de komende twee weken een antwoord moeten geven."