Curaçao, dat de 'logistieke hub' moet worden voor humanitaire hulp, zal niet worden aangevallen door Venezuela. "Nooit. Als er een militaire aanval vanuit de Verenigde Staten komt, dan zullen we ons verdedigen. Maar Venezuela zal nooit een buurland aanvallen." Dat zegt de Venezolaanse staatssecretaris van buitenlandse zaken Yvan Gil, die op bezoek was in Nederland voor een gesprek met het ministerie van Buitenlandse zaken.
Vorige week werd bekend dat Nederland via Curaçao hulp gaat verlenen aan Venezuela. Het kabinet geeft daarmee gehoor aan een verzoek van oppositieleider Juan Guaidó en van de VS. De Curaçaose premier Eugene Rhuggenaath sprak eerder zijn zorgen uit over represailles, militair of anders. "Onder geen omstandigheden willen wij de indruk wekken dat wij deel uitmaken van een militaire actie richting Venezuela", aldus Rhuggenaath.
Gil noemt het plan om van Curaçao een 'hub' te maken propaganda. Dat andere landen spreken over een humanitaire ramp, doen ze volgens hem alleen zodat ze later een militaire interventie kunnen rechtvaardigen. "Als Curaçao en Nederland een 'hub' willen creëren om Venezuela te destabiliseren, accepteren we dat niet. Dat hebben we vandaag ook gezegd tegen het Nederlandse ministerie."
Volgens Gil verkeert zijn land niet in humanitaire crisis en kan Venezuela alleen zelf die crisistoestand uitroepen. "Er is een economische crisis, dat is wat anders. Zoals vele andere landen in Latijns-Amerika, en daar is de situatie erger dan in Venezuela."
'Geen 3 miljoen vluchtelingen'
De staatssecretaris geeft toe dat het land hulp nodig heeft. "Maar als Nederland echt wil helpen, moet ze de sancties opheffen." De staatssecretaris doelt op de economische en financiële sancties van de VS en de EU, die de Venezolaanse handel met het buitenland zwaar bemoeilijkt.
Volgens officiële cijfers van de VN zijn 3 miljoen Venezolanen gevlucht uit het land. Maar ook dit ontkent Gil. "Sommige mensen, niet miljoenen, zijn geëmigreerd."