Om goede sier te maken steken criminelen misdaadgeld in voetbalclubs. In een op de drie gemeenten is zo'n criminele suikeroom actief.
Dat blijkt uit een onderzoek van de Universiteit van Tilburg. Onder het mom van liefdadigheidswerk maken criminelen ook misbruik van stichtingen voor goede doelen.
In 35 procent van de Nederlandse gemeenten is een criminele weldoener bekend. Grotere gemeenten hebben er meer mee te maken dan kleinere, zegt hoogleraar criminologie Toine Spapens. Hij deed het onderzoek in opdracht van het onderzoeksprogramma Politie en Wetenschap.
Vorige week werd in Amsterdam zaalvoetbalvereniging 't Knooppunt uit de competitie gehaald nadat de recherche had ontdekt dat zware criminelen jaarlijks tonnen in de club investeren.
Reclame en uitbetaling
Criminele weldoeners doen van alles voor hun club: ze sponsoren de jeugdopleiding, betalen spelers en plaatsen reclameborden. Het komt in heel Nederland voor, maar de meeste weldoeners zijn actief in Gelderland en Brabant.
"We zien het vooral bij amateurclubs. Bij zaalvoetbalclubs en een enkele keer ook bij betaalde voetbalclubs", zegt Spapens. Welke clubs dat zijn, kan hij niet zeggen. "De zaken die we hebben onderzocht zijn strikt vertrouwelijk en het zijn nog lopende onderzoeken."
Je kunt met stichtingen geld witwassen en criminele en legale geldstromen met elkaar vermengen.
Het sponsoren van een club is voor criminelen vaak een hobby die ze niet vermengen met illegale activiteiten. Maar dat ligt anders als ze hun geld steken in liefdadigheidsstichtingen. Zo investeren ze misdaadgeld in voedselbanken, aan de hulp voor zieke kinderen, of het uitdelen van gratis kerstbomen. Die stichtingen gebruiken ze als dekmantel om hun criminele activiteiten te verhullen.
"Je kunt met stichtingen geld witwassen en criminele en legale geldstromen met elkaar vermengen", zegt Spapens. "De kans dat je door de Belastingdienst wordt gecontroleerd is vrij klein, dus de kans dat het aan het licht komt is beperkt. Daar maken criminelen gebruik van."
Marketinginstrument
Spapens noemt een voorbeeld: een motorclub die het pand van een kringloopwinkel gebruikt. "Ze willen daar een clubhuis van maken, omdat ze verder nergens meer terecht konden. De club infiltreert in het bestuur van die stichtingen en vervolgens worden de clubleden binnengehaald."
De Bredase burgemeester Paul Depla, lid van de Brabantse task force die de georganiseerde misdaad aanpakt, maakt zich zorgen over de investeringen. "Ze gebruiken clubs en stichtingen als een marketinginstrument."
"De georganiseerde criminaliteit is een criminele bedrijfstak", legt Depla uit. "Bij die bedrijfstak gaat het erom zoveel mogelijk geld te verdienen. Sponsor worden van een club is in feite marketing voor de personen. Want als je een voetbalclub of een goed doel steunt, dan kun je toch geen crimineel zijn?"