Michael P. zal meewerken aan tbs als dat het behandeladvies wordt na psychologisch onderzoek in het Pieter Baan Centrum. Dat zegt zijn advocaat. Maandag begint de strafzaak tegen P., die wordt verdacht van de moord op Anne Faber. Hij heeft bekend dat hij haar heeft ontvoerd, verkracht en omgebracht.
De moord op Faber maakte veel los, onder meer over de inzet van tbs-behandelingen in Nederland. P. werd eerder veroordeeld voor twee verkrachtingen, maar kreeg toen geen tbs opgelegd. Waarom niet?, klonk het massaal. Er ontstond volop discussie: in de politiek, psychiatrie, advocatuur, onder rechters.
Harry Beintema, voorzitter van TBS Nederland, kijkt ernaar met gemengde gevoelens. "De discussie sluit aan de ene kant aan bij wat we al lang uitdragen: dat tbs een succesvolle maatregel is. Maar mensen roepen dat P. tbs moet krijgen zodat hij is opgeborgen en nooit meer iets kan doen. Maar zo werkt tbs niet. Het heeft als doel mensen terug te laten keren in de samenleving."
Speciale afdeling voor weigeraars
Toen P. in 2012 terechtstond voor de verkrachtingen van twee meisjes, weigerde hij mee te werken aan psychologisch onderzoek in het Pieter Baan Centrum (PBC). En hij is niet de enige 'weigeraar'. In het PBC loopt daarom een proef met een nieuwe afdeling om weigeraars alsnog te kunnen observeren.
In het eerste half jaar zijn op de speciale afdeling 21 weigeraars geobserveerd en de resultaten zijn tot nu toe positief. Het PBC heeft met de nieuwe methode bij 48 procent van de weigeraars toch een conclusie over een stoornis kunnen trekken. Dat percentage lag daarvoor op 36 procent.
Ook kon bij 33 procent van de weigeraars op de speciale afdeling een advies worden uitgebracht over tbs of een andere maatregel. Voorheen lag dat percentage op 21 procent. "Ik denk dat we veel mensen kunnen helpen als het makkelijker wordt om tbs op te leggen", zegt Beintema.
Naar aanleiding van de dood van Anne Faber pleitten sommige tbs-advocaten voor een aanpassing van het tbs-systeem. In een manifest pleitten ze er onder meer voor dat verdachten van te voren meer duidelijkheid krijgen over de duur van hun tbs-behandeling.
Beintema heeft bezwaren tegen het stellen van een maximumduur. "De duur van de behandeling verschilt per persoon. Voor de een duurt het langer dan voor de ander. Bovendien wil je niet dat patiënten dan maar hun tijd gaan uitzitten en niet meer meewerken aan hun behandeling."
Maar hij beaamt dat ook de tbs-sector wil dat de behandeling niet te lang duurt. "Op het dieptepunt duurde tbs gemiddeld 11 jaar. We hebben er hard aan getrokken om er 7,5 tot 8 jaar van te maken. Maar dat hebben we over het algemeen ook wel nodig, uitzonderingen daargelaten."
Niets geeft honderd procent zekerheid
Beintema, zelf directeur van de Van Mesdagkliniek in Groningen, vindt dat we moeten waken voor het ontstaan van 'incident-maatregelen'. "Het veronderstelt dat we met nog meer maatregelen de samenleving veiliger maken. Maar we kunnen nu eenmaal niet alle risico's uitbannen."
Ook met tbs kan je niet alle ernstige misdrijven tegengaan, niets geeft honderd procent zekerheid, benadrukt Beintema. "Het kan altijd misgaan, bijvoorbeeld in een verlof. Maar een tbs-behandeling kan wel verlengd worden als dat nodig is. Bij een gevangenisstraf is die optie er niet."