Nieuwe getto's waar gezinnen uit het straatbeeld verdwijnen, en waar bijna alleen nog maar mensen wonen met een bijstandsuitkering. Dat is de angst van woningbouwcorporaties, wethouders en bewoners van verschillende gemeenten in Nederland. Volgens hen zorgt de nieuwe woningwet uit 2015 voor een verkeerd selectiebeleid in wijken waar veel sociale huurwoningen staan.
Volgens die wet mogen mensen met een laag inkomen alleen in de goedkoopste sociale huurwoningen wonen. Ze mogen niet meer kiezen voor een relatief duurdere sociale huurwoning, omdat dat de overheid meer huurtoeslag kost. Gevolg is dat mensen met de laagste inkomens allemaal bij elkaar komen te wonen; de diversiteit uit de wijk verdwijnt en verloedering dreigt.
Je kan in een wijk maar een bepaalde hoeveelheid gedoe hebben, anders zakt hij door z'n hoeven.
Dat is erg, vindt Walter Klein Nienhuis uit de wijk Malburgen in Arnhem. "Er komen steeds meer probleemmensen in onze wijk wonen. Mensen met de laagste inkomens, dat zijn vaak gevallen die hulp nodig hebben. De overheid sluit daarnaast ook steeds meer psychiatrische inrichtingen. En waar komen die mensen te wonen? In wijken zoals deze."
Klein Nienhuis is een actieve bewoner in Malburgen, een achterstandswijk waar veel van de goedkoopste sociale huurwoningen staan. Het aantal bewoners met alleen een uitkering en sociale en psychische problemen stijgt. "Je kan in een wijk maar een bepaalde hoeveelheid gedoe hebben, anders zakt hij door z'n hoeven. Als dit beleid wordt doorgezet dan kan een wijk als deze over een paar jaar veranderen in een getto."
Ook Marnix Norder, voorzitter van Aedes, de branchevereniging van woningcorporaties, maakt zich grote zorgen. Hij hield een enquête onder 180 corporaties. "Het grootste probleem dat zij ervaren door de nieuwe woningwet, is de manier van het toewijzen van woningen. Mensen mogen niet meer kiezen waar ze willen wonen."
Volgens Norder zijn gezinnen een belangrijk onderdeel van de leefbaarheid van een wijk, en juist zij vertrekken. "Door de woningwet creëren we plekken waar niemand wil wonen. Waar een gezin vertrekt, komt er een alleenstaande die in de bijstand zit en een zorgvraag heeft, voor terug."
In Apeldoorn ziet wethouder Wonen Nathan Stukker (CDA) de eerste scheurtjes in zijn gemeente verschijnen, als gevolg van de nieuwe wet. "Naast het feit dat mensen minder keuze hebben over waar ze willen wonen, zien we dat er een maatschappelijke ontwikkeling op gang komt: mensen die extra zorg en ondersteuning nodig hebben gaan bij elkaar wonen, het cement van een wijk valt zo weg."
Volgens Stukker klinkt de nieuwe woningwet op papier wel goed, maar zorgt het in praktijk juist voor problemen. Wethouders en woningcorporaties willen flexibeler om kunnen gaan met de wet. Hiervoor is wel een aanpassing nodig, denken ze.
Genoeg ruimte in de wet
Maar minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken vindt dat gemeenten en corporaties daar nu al genoeg ruimte voor hebben. "Ik begrijp het probleem, maar door goed gebruik te maken van de ruimte in de wet kunnen corporaties wel degelijk zorgen voor diverse wijken."
Ze vindt dat de wet een goed uitgangspunt heeft. "Mensen met de laagste inkomens moeten in de goedkoopste woningen komen." Corporaties en gemeenten zijn het daar niet mee eens. In het najaar wordt de wet door de minister geëvalueerd.