Op de Oranjekazerne in Schaarsbergen werd gepest, geïntimideerd en er was seksueel geweld. Het interne onderzoek van Defensie naar deze incidenten schoot echter ernstig tekort, concludeert de Commissie Sociaal Veilige Werkomgeving Defensie in haar tussenrapportage Dossier Schaarsbergen.
Zo constateert de commissie, onder leiding van hoogleraar sociale psychologie Ellen Giebels, dat de samenstelling van de commissie die het interne onderzoek leidde niet onafhankelijk was. Er zat iemand in die de verdachten zou kennen. Ook heeft de commissie belangrijke aanwijzingen rond structureel pestgedrag niet onderzocht.
Daarnaast startte het onderzoek zonder dat er een ondertekend besluit lag, dat is volgens de defensie-procedures noodzakelijk. De datum waarop ondertekend is, werd zelfs achteraf aangepast. Ook ontbreken er in het dossier belangrijke stukken die door de militairen die de melding hebben gedaan zijn aangeleverd.
'Vinger in de kont'
De commissie-Giebels noemt ook als kritiekpunt dat de interne commissie geen nader onderzoek heeft gedaan naar een incident dat wordt omschreven als 'vinger in de kont', ondanks het feit dat er een filmpje van is dat overeenkomt met de verklaringen van de melders.
Ook meldingen over het structureel gebruik van harddrugs zijn niet verder onderzocht, terwijl er concrete namen van militairen werden genoemd. Dit staat haaks op het zerotolerancebeleid van Defensie omtrent drugsgebruik, concludeert de commissie.
Volgens de commissie had de interne commissie sowieso breder onderzoek moeten doen. Er zijn nu alleen gesprekken gevoerd met de betrokkenen en er is niet verder "bewijsmateriaal" verzameld of gebruikt, afgezien van het eerdergenoemde filmpje.
Vernederd, mishandeld, aangerand
Staatssecretaris Barbara Visser stelde de commissie-Giebels eind vorig jaar in, nadat drie militairen met hun verhaal naar buiten waren gekomen. Ze vertelden in de Volkskrant hoe ze tijdens de ontgroening werden vernederd, mishandeld en aangerand.
Een militair gaf aan meerdere malen te zijn verkracht. Hij ondernam nadien een zelfmoordpoging. Alle drie de slachtoffers kampen nog steeds met ernstige psychische problemen. Ze verlieten in 2014 hun eenheid in de kazerne in Schaarsbergen.
De melders hebben het gevoel binnen defensie gezien te worden als "verraders". Dat is voor hun gevoel niet rechtgezet. Dit lijkt volgens de commissie ook een belangrijke rol te spelen bij de psychische klachten die zij ervaren.
Cultuur van 'je mond houden'
Eind vorig jaar opende er een extern meldpunt waar militairen terechtkunnen voor meldingen over misstanden bij defensie. De afgelopen drie maanden kwamen er 55 meldingen binnen. De meeste klachten gaan over pesten, benadeling na het doen van een melding, (seksuele) intimidatie en (seksueel) geweld.
De commissie-Giebels concludeert dat er grote terughoudend is bij militairen om te melden. Ze zijn bang voor de consequenties voor henzelf of voor anderen. Ook geven militairen aan nadelen te hebben ondervonden na het doen van een melding. Ze spreken over "een kruisje achter hun naam" en zeggen dat "er veel gedoe is geweest".
Volgens Anne-Marie Snels, voorzitter van de militaire vakbond AFMP FNV, sluit de tussenrapportage van de commissie aan bij de klachten die bij de vakbond bekend zijn. "Wij hebben de angstcultuur binnen defensie al vaker aan de orde gesteld. Daarom pleitten wij ook voor een extern meldpunt en een externe commissie. Dat pleidooi lijkt nu stevig bevestigd te worden door dit rapport."