Er moet een centraal meldpunt komen voor seksueel misbruik in de sport. Daarvoor pleit Pieter van Vollenhoven in een interview met Nieuwsuur. Hij vindt dat de politiek meer verantwoordelijkheid moet nemen om slachtoffers van misbruik een veilige plek te bieden om zich te melden.
"Bij zo'n meldpunt werken professionals die weten hoe ze zo'n melding moeten oppakken. Dan weet je als slachtoffer ook dat het goed terechtkomt en dat je erop kan vertrouwen", zegt Van Vollenhoven, voorzitter van de Stichting Maatschappij en Veiligheid en erevoorzitter van het Fonds Slachtofferhulp.
Hij kan zich niet vinden in de meldplicht voor de sport, waarin iedereen die weet heeft van seksuele intimidatie of misbruik naar de club of bond moet stappen. Dat was de belangrijkste aanbeveling van de onderzoekscommissie onder leiding van oud-minister Klaas de Vries. Die commissie deed onderzoek naar de aard en omvang van het misbruik in de sport en kwam in december met een rapport.
Van Vollenhoven: "Bij sportclubs, amateurclubs met name, zijn er geen mensen die zo'n melding goed kunnen begeleiden. Die zijn daar niet voor opgeleid. En daarnaast kennen veel mensen elkaar bij zo'n club. Als de melding gaat over familie of een kennis, kan iemand het misschien onder de mat schuiven."
Als je slachtoffers een kans wil geven, kom dan met zo'n meldpunt.
Uit het onderzoek van de commissie-De Vries kwam naar voren dat twaalf procent van de sporters als kind ten minste een ervaring met seksueel grensoverschrijdend gedrag heeft, dat is één op de acht. Vier procent gaf aan te maken te hebben gehad met aanranding en verkrachting.
Van Vollenhoven vindt dat dat kans groot is dat slachtoffers de pineut worden als de meldplicht niet naar behoren functioneert. "Mijn ervaring is dat niemand op de waarheid zit te wachten. Ik denk ook even aan de situatie van klokkenluiders. Als zo'n melding niet goed terechtkomt, dan kan het totaal mislopen."
Ook hoogleraar sport en recht Marjan Olfers is al langer voorstander van een centraal meldpunt. Zij noemde eerder de aanbeveling van de meldplicht niet concreet. "Meldplicht is één. Maar wat gebeurt er daarna? Waar komen die meldingen terecht? En vanuit het perspectief van slachtoffers, hoe ga je daar mee om?"
Zij concludeerde vorig jaar na een eigen onderzoek dat veel sportclubs meldingen van seksueel grensoverschrijdend gedrag niet goed oppakken. Volgens haar is de aanpak versnipperd en worden meldingen vaak informeel afgedaan, omdat sportverenigingen een melding het liefst intern oplossen.
Niet haalbaar
Van Vollenhoven heeft zijn idee voor een centraal meldpunt al eerder geopperd, maar kreeg toen vanuit de politiek de reactie dat zijn plan niet haalbaar was. De commissie-De Vries heeft het idee ook niet meegenomen in het onderzoek, en dat vindt Van Vollenhoven jammer.
Hij hoopt dat de Tweede Kamer, die morgen in een hoorzitting over de bevindingen van de onderzoekscommissie praat, tot een ander oordeel komt. "Ik hoop dat zij zeggen: bij nader inzien moeten we dat meldpunt toch maar eens proberen. Als je slachtoffers een kans wil geven, dan kom je met zo'n meldpunt."
Uit navraag van Nieuwsuur blijkt dat in ieder geval de SP en D66 zich kunnen vinden in de plannen van Van Vollenhoven.