Ruim drie kwart van de gemeenten voert de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), waarin huishoudelijke hulp wordt geregeld, niet goed uit. De gemeenten houden zich niet aan de uitspraak die de Centrale Raad van Beroep afgelopen mei deed, stelt vakbond FNV na eigen onderzoek.
"Het blijkt dat 77 procent van de gemeenten zich niet houdt aan de wet en de juridische test niet doorstaat. Dat betekent dat inwoners niet de zorg krijgen die ze nodig hebben", zegt Sarah Dobbe van FNV.
Afgelopen mei bepaalde de Centrale Raad van Beroep na drie rechtszaken dat gemeenten onder de Wmo de huishoudelijke hulp moeten leveren die nodig is bij ouderen. Gemeenten mogen een verzoek niet weigeren omdat zij moeten bezuinigen.
Maatwerk
Daarnaast stelde de raad dat gemeenten onder de oude Wmo gemaakte afspraken alleen mogen aanpassen als er maatwerk wordt geleverd, als er "objectief en onafhankelijk onderzoek" is gedaan.
Volgens de FNV betekent dat dat gemeenten cliënten concreet moeten vertellen hoeveel uur ze recht hebben op huishoudelijke hulp. "En niet alleen dat ze recht hebben op een schoon huis", zegt jurist Kevin Wevers die in opdracht van de FNV onderzoek deed.
Niet alle gemeenten zijn het eens met de conclusies van de FNV. Zo legt de gemeente Rotterdam de uitspraak van de raad anders uit. "Wij hebben de uitspraak wel omarmd en vertaald naar beleid", zegt wethouder Hugo de Jonge.
Maar volgens De Jonge is het niet nodig om concreet uren af te spreken met ouderen. "De rechter heeft gezegd dat je preciezer moet maken waar cliënten op kunnen rekenen. Dat kan bijvoorbeeld ook door aan te geven hoe vaak er moeten worden gestofzuigd."
Voor Annie van de Ent uit Rotterdam betekent het dat ze twee uur minder huishoudelijke hulp per week krijgt. " Iedereen die langskomt heeft haast. Daar worden alle oudjes doodzenuwachtig van." Ze hoopt dat alles wordt teruggedraaid naar voor de invoering van de nieuwe Wmo.
Joke Masselink uit Bronckhorst werd in eerste instantie gekort op haar uren. Ze had eerst zes uur en drie kwartier huishoudelijke hulp per week, maar na de invoering van de nieuwe Wmo kreeg ze nog maar vier uur per week.
"Niemand kan in die tijd een heel huis schoonmaken. Dat worden er dingen overgeslagen", zegt Masselink. Door reuma en longproblemen lukt het haar niet om taken in het huishouden zelf te doen.
De uitspraak van de Centrale Raad voor Beroep pakt voor Masselink gunstig uit. Ze heeft vandaag - onder druk van de rechter - van de gemeente te horen gekregen dat ze 6,5 uur huishoudelijke hulp krijgt.
Staatssecretaris Martin van Rijn heeft alle gemeenten in een brief opgeroepen zich te houden aan de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep.
