Gemeenten moeten waar nodig huishoudelijke hulp leveren
Gemeenten moeten onder de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) de huishoudelijke hulp leveren die nodig is. Ze mogen niet zeggen dat ze er te weinig geld voor hebben of dat huishoudelijke hulp niet onder de wet valt. Dat blijkt uit de uitspraak die de Centrale Raad van Beroep in drie zaken heeft gedaan.
Verder zegt de raad dat gemeenten onder de oude Wmo gemaakte afspraken alleen mogen aanpassen als er maatwerk wordt geleverd, als "objectief en onafhankelijk onderzoek" is gedaan naar de tijd die iemand nodig heeft om een huis schoon en leefbaar te houden. Zo niet, dan blijven de afspraken gelden die voor de invoering van de nieuwe Wmo in 2015 met aanvragers zijn gemaakt.
Staatssecretaris Van Rijn is blij met de uitspraak, omdat die duidelijk maakt dat gemeenten zorgvuldig onderzoek moeten doen naar de nodige zorg. "Het is goed nieuws voor de ouderen en maakt duidelijk dat gemeenten zich aan de wet moeten houden", aldus Van Rijn.
Twee van de drie zaken waren waren door inwoners van de gemeente Utrecht aangespannen. Deze mensen kregen onder de nieuwe Wmo veel minder uren huishoudelijke hulp vergoed, dan onder de oude Wmo. Utrecht mag de vergoeding die zij ontvingen voor huishoudelijke hulp niet verlagen met het argument dat er te weinig geld beschikbaar is. Eerst moet er "deugdelijk" onderzoek worden gedaan: alleen overleg met zorgaanbieders en cliëntenraden is niet voldoende, oordeelt de CRB.
In een zaak die door de gemeente Aa en Hunze was aangespannen heeft de raad geoordeeld dat ook hier maatwerk moet worden geleverd. De gemeente mag een aanvrager niet afschepen met een standaardbedrag dat voor mensen die zelf hun huis niet kunnen schoonmaken is gereserveerd. De inwoner die de zaak had aangespannen, krijgt nu tot 2017 de zorg die hem onder de oude Wmo was toegekend.
Illya Soffer van Ieder(in) noemt het een uitspraak waar een organisatie voor mensen met een beperking alleen maar van kan dromen. "Iedereen weet nu waar hij recht op heeft. Dat was tot nu toe onduidelijk, omdat de wet zo nieuw was. Het betekent ook dat gemeenten moeten aantonen dat ze het goed hebben gedaan in plaats van dat burgers moeten aantonen dat ze meer hulp nodig hebben."
Ook de ouderenorganisatie Unie KBO is blij met de uitspraak. "Huishoudelijke hulp is voor veel ouderen een basisvoorziening om langer thuis te blijven wonen. Het vergroot hun zelfredzaamheid." De ouderenorganisatie ANBO vindt het een schande dat ouderen hiervoor naar de rechter moesten stappen. "Dit had de politiek moeten voorkomen", zegt directeur Liane den Haan.
De uitspraak heeft mogelijk grote gevolgen. Honderdduizenden Nederlanders doen een beroep op de Wmo. Als die recht krijgen op meer uren huishoudelijke hulp gaat dat veel geld kosten.