Kwetsbare zorgvrager kan het écht niet zomaar zelf
Bijna alle mensen die bij de gemeente aankloppen voor ondersteuning thuis, zijn inderdaad niet in staat om hun problemen zelf op te lossen. Vier op de tien zorgaanvragers kunnen ook niet terugvallen op familie, vrienden en kennissen, blijkt uit onderzoek dat het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) deed naar de zorg die gemeenten sinds 1 januari 2015 moeten organiseren.
Het SCP sprak voor het onderzoek met 5000 cliënten. Ook werd gekeken naar al bestaande onderzoeken en cijfers. Doel van de zogenoemde nulmeting was om te schetsen hoe het staat met de organisatie van zorg door gemeenten, waarvoor tot eind 2014 het Rijk verantwoordelijk was.
De lage zelfredzaamheid van veel cliënten is een belangrijk signaal, omdat zelfredzaamheid voor veel gemeenten uitgangspunt is bij de manier waarop ze hun zorgtaken vormgeven. Ze kijken eerst naar wat een zorgbehoevende zelf kan, vervolgens naar wat de omgeving kan betekenen en pas daarna naar wat de gemeente kan bieden.
Het idee is dat mensen wellicht meer zelf kunnen organiseren dan in de oude situatie gebruikelijk was. Dat zou moeten leiden tot meer eigen regie en het zou ook goed zijn voor de portemonnee van de gemeente.
Het SCP noemt de continuïteit en levering van huishoudelijke hulp problematisch. Op dit moment krijgen 317.000 mensen huishoudelijke hulp, veelal ouderen. Er komen inmiddels minder cliënten bij dan dat er afvallen, een trend die het SCP niet kan verklaren. Wel stelt het SCP dat ouderen met ernstige beperkingen een "tekort aan participatie" ervaren.
Integraal wijkteam
Gemeenten zijn sinds 2015 ook meer gaan werken vanuit de gedachte dat veel huishoudens meerdere problemen hebben en dat in het verleden veel hulpverleners langs elkaar heen werkten. Wijkteams worden nu veelal zo ingericht dat ze verscheidene problemen in één keer kunnen aanpakken. Maar volgens het SCP is de groep cliënten die naast zorghulp ook andere hulp nodig heeft, beperkt. Zo klopt 88 procent van de huishoudens niet aan voor meerdere voorzieningen.
Overschotten
Wat inkomsten betreft hielden de gemeenten bij de uitvoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) en de Jeugdwet 362 miljoen euro over van hun zorgbudget, zegt het SCP. Cliënten hadden in totaal 345 miljoen aan eigen bijdragen ingelegd.
De NOS en Binnenlands bestuur berekenden eerder al dat gemeenten alleen over de Wmo zeker 310 miljoen euro overhouden.