'Nooit meer geldzorgen', nieuwe chats mondkapjesdeal in de rechtszaal
In de civiele rechtszaak tegen Sywert van Lienden over de zogenoemde 'mondkapjesdeal' met de overheid zijn nieuwe aanwijzingen opgedoken die suggereren dat Van Lienden en zijn compagnons, Bernd Damme en Camiel van Gestel, er wel degelijk al in een vroeg stadium op uit waren om zelf rijk te worden van de mondkapjesdeal.
Op een nieuwe zittingsdag in de zaak citeerde de advocaat van de Staat vanmorgen uit communicatie tussen de drie ondernemers, die tot nog toe onbekend was. Toen de deal in april 2020 leek te mislukken, appt Van Lienden zijn partners: "We worden dus toch geen multimiljonair."
Een maand later, als ze midden in de onderhandelingen zitten, schrijft hij: "Even serieus: wat we nu af en toe bespreken is echt grenzend aan vooropgezette fraude." Na het tekenen van de overeenkomst volgt: "Nu echt rond! Nooit meer geldzorgen."
Uit zijn verband
Eerder lekten geluidsopnames uit waarin de zakenpartners al in een vroeg stadium spraken over het verdienen van veel geld aan de coronacrisis. "In ieder geval is één eis dat we alle vier gillend rijk worden, want het is één grote middelvinger van de overheid. Ik ga dit echt serieus voor geen goud vrijwillig doen", zou Van Lienden hebben gezegd.
De advocaat van Van Damme noemde de citaten 'uit hun verband gerukt'. "U en ik zeggen ook wel eens dingen aan de keukentafel waar we later liever niet publiekelijk mee geconfronteerd willen worden."
De advocaat van Van Lienden sprak later van citaten en uitspraken waar achter "elke komma een complot wordt gezien". De uitspraak over "grenzend aan vooropgezette fraude" had volgens hem niets te maken met de mondkapjesdeal: "Die was toen al gesloten. De opmerking was een opmaat om iets niet te doen. Dat wordt achterwege gelaten."
Verder verwees de advocaat vooral naar de motivatie van Van Lienden die vanaf jonge leeftijd maatschappelijk betrokken is geweest en het niet kon aanzien dat er zoveel doden zouden vallen door een gebrek aan beschermingsmiddelen.
Van Lienden nam enigszins geëmotioneerd zelf ook het woord. Hij hield vol dat hij de deal liever zonder winstoogmerk had gesloten via zijn stichting. Als dat niet kon, had hij de Staat graag 'als een soort consultant' geholpen om de mondkapjes naar Nederland te halen. Maar dat wilden de andere partijen niet. "De keuze was dit of niks. En het was dit."
Geld terug
In de civiele rechtszaak die vandaag werd vervolgd eist de Staat het geld terug van de mondkapjesdeal. Het gaat om een kleine 30 miljoen euro. Ook de Stichting Hulptroepen Alliantie, die midden in de coronacrisis zonder winstoogmerk mondkapjes naar Nederland haalde, eist samen met de vrijwilligers dat het verdiende geld terug gestort wordt.
Ze vinden dat Van Lienden en zijn partners de liefdadigheidsstichting misbruikten om naar buiten net te doen alsof ze de deal zonder winstoogmerk sloten, terwijl ze in werkelijkheid een commercieel bedrijf gebruikten om de winst in eigen zak te steken.
Later deze maand begint ook de strafzaak tegen Sywert van Lienden en zijn partners. De partijen die in de civiele zaak het verdiende geld proberen terug te halen hebben het dossier daarvan ingezien. Daaruit zou blijken dat de mannen nog veel meer geld verdiend hebben door net te doen alsof ze zonder winstoogmerk werkten.
Heel onwerkelijk
Na een bij vlagen emotionele zittingsdag stelde de rechter aan alle partijen voor om toch nog eens om tafel te gaan zitten voor een schikking. Van Lienden en zijn zakenpartners wilden dat wel, maar alleen als de hele zaak daarmee ten einde zou komen.
Daarmee bedoelden zij dat het Openbaar Ministerie afziet van de strafzaak over vermeende fraude met overheidsgeld en dat de Belastingdienst geen geld meer van hen eist.
Maar de kans dat dat gebeurt lijkt klein. De Staat wil met het OM en de Belastingdienst overleggen. Vooralsnog blijft de strafzaak op 19 december op de agenda staan. Geen strafvervolging zou voor de medewerkers die om niet voor de stichting van Van Lienden hebben gewerkt "heel onwerkelijk voelen", zei hun advocaat.
Als er geen zogenoemde 'minnelijke schikking' getroffen kan worden, doet de rechtbank op 5 februari uitspraak.