Kopecky-effect? In België blijft vrouwenwielrennen achter: 'Moeten onszelf nog bewijzen'
De regenboogtrui van Lotte Kopecky is toch even aanwezig in de Tour de France Femmes, maar de Belgische wereldkampioen zit zelf niet op de fiets.
Kopecky liet de Tour dit jaar schieten en koos voor de Olympische Spelen; zondag kwam ze nog in actie op de wielerbaan in Parijs. Maar de afwezigheid van de Belgische toprenster schrikt superfan Saar De Reu (16) niet af. In haar van Kopecky zelf gekregen en gesigneerde regenboogtrui leunt ze over de hekken bij de finish in Luik.
Eens een keer niet juichen voor Lotte, maar voor andere Belgische rensters. "Justine Ghekiere, Lotte Claes, Julie Van de Velde!"
Die Belgische rensters spelen vooralsnog een bescheiden bijrol in de Tour. De afwezigheid van Kopecky legt bloot dat er in België nog een lange weg te gaan is om bijvoorbeeld de Nederlandse rensters - die de eerste vier etappes van de Tour wonnen - bij te halen.
Hoe kan dat? België is toch ook een wielerland?
'Oubollig'
Volgens Jolien D'Hoore, sportief directeur bij de Belgische ploeg AG Insurance, moet het vrouwenwielrennen in België opboksen tegen de zo "gevestigde waarde" van het mannenwielrennen. "Die overklast eigenlijk het vrouwenwielrennen bij ons."
D'Hoore: "Ik zou zelfs durven zeggen dat wij in België oubollig zijn, met een oude mentaliteit van: koersen is voor mannen. Wij moeten onszelf nog bewijzen. In die periode zitten wij nu."
Er is meer dan Lotte alleen.
De Reu, fanatiek twitteraar over vrouwenwielrennen, moest en zou erbij zijn, want voor het eerst in de geschiedenis finishte de Tour de France Femmes woensdag in België. Vandaag vertrekken de vrouwen vanuit Bastenaken.
Knaagt het dan niet toch een beetje bij de Belgen dat de beste Belgische op twee wielen niet meedoet?
"Die keuze heeft Kopecky zelf gemaakt", zegt D'Hoore over haar landgenoot met wie zij in 2017 WK-goud won op de koppelkoers. "Dit is een mooie kans voor andere Belgen om zich te tonen. Want er is meer dan Lotte alleen."
Vraag dat maar aan De Reu. Wachtend op de finish van de vierde etappe somt ze in hoog tempo namen op van Belgische rensters die voorlopig nog in Kopecky's schaduw fietsen. Zelf maakte De Reu een kartonnen bord voor Mieke Docx. "Hopelijk kunnen we haar nog even zien bij de bussen straks."
Al is het in koersuitslagen niet direct merkbaar, D'Hoore ziet wel dat het Belgische vrouwenwielrennen groeit. "Op de achtergrond zijn er meer die goed presteren."
"Het is geen toeval meer, zoals in het verleden. Nu is er veel doorstroom vanuit de jeugd. Meer meisjes zijn gaan koersen in België. De vijver wordt groter en groter."
Kopecky-effect?
Kunnen we spreken van een Kopecky-effect? Zijn er meer Belgische meisjes die gaan fietsen dankzij de successen van de wereldkampioene?
Sporza-verslaggever Ine Beyen legt in De Avondetappe uit waarom het vrouwenwielrennen in het wielergekke België achterblijft.
Bij de wielerfederatie in Vlaanderen merkte D'Hoore drie jaar geleden al dat er al veel meer instroom is. "Elk jaar stijgen die cijfers. Ik veronderstel dat het dit jaar nog meer zal zijn. Het ziet er heel goed uit."
Het komt niet alleen door Kopecky, zegt D'Hoore. "Er staat een structuur achter vanuit de federatie. Er zijn juniorenploegen, er is meer budget omdat vrouwenwielrennen nu op tv komt en daar komt sponsoring op af."
Onderdeel van die structuur: jonge rensters opleiden. Niet elke ploeg heeft die mogelijkheid, AG Insurance wel. Zij hebben naast hun hoofdploeg ook teams van onder-23 en onder-19. Een beetje te veel van het goede zelfs, als je het D'Hoore vraagt.
"Het is voor ons belangrijk dat we Belgische wielerclubs gaan ondersteunen en dat we geen concurrentie gaan zijn voor andere jeugdverenigingen. We kunnen clubs beter ondersteunen met ons budget."
Het eigen opleidingsteam van onder-23 zal niet zo snel verdwijnen. Daar brak dit jaar Lore De Schepper door. De 18-jarige Belgische maakte in de Giro haar ProTour-debuut. "Ze heeft het daar geweldig gedaan. Ze was klaar om de overstap te maken."
België versus Nederland
Toch is het niveau in België nog lang niet te vergelijken met Nederland, dat al jarenlang domineert in de grote wedstrijden. In de eerste twee edities van de Tour de France Femmes ging de eindzege naar een Nederlandse renster (Annemiek van Vleuten en Demi Vollering). En ook in andere grote koersen horen de Nederlandse rensters steevast bij de besten.
D'Hoore heeft wel een verklaring: Nederland heeft altijd iconen gehad. "Leontien van Moorsel en Marianne Vos. Wij hebben die namen in het verleden niet gehad, dus moeten wij die cultuur nog een beetje opbouwen."
Bij de ploeg van D'Hoore gaat het de goede kant op. De mannentak van AG Insurance, het Soudal-Quickstep van onder anderen Remco Evenepoel, trekt steeds meer naar de vrouwen toe.
"Op trainingskamp zijn we soms samen, de staf wordt gedeeld en ze staan te springen om met de vrouwen mee te gaan", ziet D'Hoore. "Tot voor kort was dat wel tegenovergesteld."
En dan zijn er ook nog de trouwe fans. Geduldig wacht De Reu woensdagmiddag samen met haar vader en zusje onder een paraplu totdat Belgische rensters finishen.
Ghekiere is op plek negentien de beste Belgische. Als Docx eenmaal finisht, zijn de Nederlandse ritwinnares Puck Pieterse en geletruidrager Vollering al ruim een kwartier binnen.
Geeft niets, op naar de bussen, gebaart De Reu. Even het gemaakte bord laten zien.