Noodpot voor spaarders verder uitgebreid voor woningverkoop of verzekeringsgeld
Mensen die tijdelijk meer dan een ton op hun bankrekening hebben staan, bijvoorbeeld omdat ze hun huis hebben verkocht of verzekeringsgeld hebben gekregen, worden binnenkort beter beschermd. Volgende maand breidt De Nederlandsche Bank (DNB) de noodpot voor spaarders uit.
Rekeninghouders kunnen bij een faillissement van hun bank maximaal 100.000 euro terugkrijgen. Maar wie tijdelijk meer dan dit bedrag op de bankrekening had staan, bijvoorbeeld vanwege de koop of verkoop van een woning, was bovenop de standaardbescherming van een ton nog eens extra beschermd voor 500.000 euro.
Het geld was tot drie maanden na de storting beschermd, maar dat wordt vanaf 1 september zes maanden. Als je bijvoorbeeld op 1 januari 300.000 euro krijgt gestort voor de verkoop van een huis, dan is het geld tot 1 juli veilig. Mocht de bank voor 1 juli failliet gaan, dan krijg je je geld terug, na 1 juli niet meer.
Ook pensioen of ontslagvergoeding
Vanaf 1 september geldt die extra beschermingsregeling ook voor andere situaties. Bijvoorbeeld als je je pensioen, een ontslagvergoeding of een levensverzekering hebt gekregen. Ook is de regeling nu van toepassing voor slachtoffers van misdrijven of een onterechte veroordeling.
De vergoeding komt uit het zogenoemde depositogarantiefonds. Dat is een door banken gevulde geldpot waaruit spaarders geld krijgen als een bank failliet gaat. Die pot werd onlangs verhoogd naar 5 miljard euro.
De laatste keer dat het depositogarantiefonds werd gebruikt was twee jaar geleden. Toen viel de Russische Amsterdam Trade Bank om. Uiteindelijk kregen 23.000 rekeninghouders van de bank toen hun geld terug. Er werd voor ruim 630 miljoen euro gecompenseerd.