Spanje heeft in eerste EK-kraker Kroaten al bij rust op de knieën
De eerste echte kraker op het EK voetbal is gewonnen door Spanje, dat Kroatië in Berlijn met 3-0 versloeg en halverwege de wedstrijd al zo goed als op de knieën had. Bij rust was de 3-0 stand al bereikt.
Een voor de drievoudig Europees kampioen (1964, 2008 en 2012) welkom begin van de strijd in groep B, waarin ook titelverdediger Italië en Albanië een plek hebben gekregen. Die laatste twee kwamen later op de avond voor het eerst in actie en dat duel wonnen de Italianen met 2-1.
Spanje begon overtuigend aan het duel. De ploeg van bondscoach Luis de la Fuente zette hoog druk, maar meer dan een schuiver van aanvoerder Álvaro Morata leverde dat niet op.
Hoofdrol Ruiz
Kroatië, dat onder bondscoach Zlatko Dalic de afgelopen twee WK's tweede en derde werd, herpakte zich en leek de boel weer onder controle te hebben, toen Spanje na een klein halfuur plots toesloeg. Fabián Ruiz lanceerde dwars door het midden Morata, die oog in oog met Dominik Livakovic het hoofd koel hield: 1-0.
De Spaanse doelman Unai Simón voorkwam een snelle gelijkmaker van Mateo Kovacic en zag hoe kort daarop zijn collega aan de overkant voor de tweede keer het nakijken had. Ruiz, de aangever van even eerder, omspeelde twee tegenstanders en schoot de bal door de benen van Ajacied Josip Sutalo achter Livakovic: 2-0.
Dure missers Kroatië
Een flinke domper voor Kroatië, dat Spanje ook tijdens de drie vorige EK's had getroffen en alleen de eerste keer als winnaar van het veld was gestapt. De recentste ontmoeting dateerde overigens van juni 2023, toen Spanje de finale van de Nations League won door in de Rotterdamse Kuip de noodzakelijk geworden strafschoppen het beste nam.
Opnieuw had Kroatië snel kunnen antwoorden, maar Simón kwam bij kansen voor Marcelo Brozovic en Lovro Majer (in de rebound) met de schrik vrij, terwijl Ante Budimir niet alert genoeg was bij een scherpe voorzet van Josko Gvardiol.
Het bleken dure missers, want nog voordat de rust was aangebroken, stond ook de 3-0 op het bord van het Olympisch Stadion, waar 60.000 Kroaten op de tribunes hun ogen amper konden geloven.
De jongste en de eerste
Lamine Yamal had bij het beginsignaal al geschiedenis geschreven door met zijn 16 jaar en 338 dagen de Pool Kacper Kozlowski (17 jaar en 246 dagen in 2021) af te lossen als jongste EK-speler ooit, maar hij voegde daar nog een assist aan toe ook.
De twee keer zo oude Dani Carvajal hoefde in zijn 45ste interland alleen nog maar zijn voet tegen de afgemeten voorzet van Yamal te drukken om zijn eerste doelpunt voor Spanje te maken.
Kort na rust had Yamal helemaal een kroon op zijn EK-debuut kunnen zetten, maar zijn inzet werd na een snelle Spaanse counter knap gekeerd door Livakovic. Aan de andere kant wierp Marc Cucurella zich voor een schot van Josip Stanisic en tikte Simón de bal weg voor het hoofd van Andrej Kramaric.
Modric naar de kant
Dalic zag in dat zijn ploeg een verloren strijd aan het voeren was en besloot onder anderen de 38-jarige Luka Modric, die in zijn 176ste interland geen rol van betekenis had kunnen spelen, te sparen voor wat nog komen gaat dit toernooi.
Na geknoei van Simón, die zijn eigen verdediging in de problemen bracht, en een overtreding van Rodri kreeg Kroatië nog vanaf elf meter de kans de spreekwoordelijke eer te redden en ook het doelsaldo een prettiger beeld te geven.
Bruno Petkovic zag zijn strafschop echter gestopt worden door de doelman. De toegesnelde invaller Ivan Perisic bood zijn landgenoot een herkansing, maar was te vroeg ingelopen, zo had de VAR geconstateerd. En dus ging er een streep door de treffer.