In Nederland belanden jaarlijks duizenden mensen op de spoedeisende hulp (SEH) met 'opzettelijk zelf toegebracht letsel'. In driekwart van de gevallen gaat het om een zelfmoordpoging. Artsen en verpleegkundigen worstelen met deze groep patiënten. Voor medisch personeel is suïcide nog vaak een onbegrepen onderwerp.
Vorig jaar stierven 1885 mensen door zelfmoord. Maar veel meer mensen doen een poging die niet leidt tot de dood. Dat zijn jaarlijks zo'n 40.000 mensen. Zo'n 16.400 van hen komen terecht op de SEH, gemiddeld 44 keer per dag.
Goed hardlopen
Niet al het ziekenhuispersoneel weet goed om te gaan met iemand na een zelfmoordpoging. "Mensen rollen met hun ogen. Zeggen: ze zijn er weer. Of er wordt gevraagd: waarom ben je hier weer?", zegt David Baden van de Nederlandse Vereniging van Spoedeisende Hulp Artsen. Hij hoort vaak tenenkrommende verhalen.
Zo hoorde hij ook: 'Waarom ben je zo somber? Ga gewoon een keertje goed hardlopen.' Uitlatingen die volgens de arts mensen nog zieker maken. "Zo'n patiënt denkt dan nog sterker dat hij of zij er niet meer mag zijn."
Dat ondervond ook Moira, die na een moeizame jeugd een suïcidepoging ondernam en op de SEH belandde:
In het Haaglanden Medisch Centrum (HMC) in Den Haag komen jaarlijks 700 mensen op de SEH terecht na zelfbeschadigend gedrag, bijvoorbeeld een suïcidepoging. Ziekenhuispsychiater Kinke Lommerse constateerde dat het medisch personeel in haar ziekenhuis worstelt met deze patiënten.
"Ik merkte hoe er over ze werd gesproken. Veroordelend, niet neutraal of op een positieve manier. Mensen zeggen dat het ingewikkeld is en dat ze het gesprek liever uit de weg gaan", zegt Lommerse.
"Ons werk is met het fysieke bezig zijn", legt verpleegkundige Stephan de Haas uit. "Dat is onze opleiding. Omdat het niet onze core business is, is het onbekend terrein. Dat maakt zo'n gesprek aangaan voor de meesten van ons een grote worsteling."
Levensbelang
Het ziekenhuis investeert daarom in bijscholing, maar doet nóg meer voor mensen die een zelfmoordpoging overleven. Vanuit de spoedeisende hulp worden ze - als ze daar voor openstaan - aangemeld bij suïcidepreventie-organisatie Sumona.
Die organisatie, grotendeels betaald door de gemeente, zit pal náást het ziekenhuis. Het 7-koppige team bestaat uit maatschappelijk werkers en sociaal psychiatrisch verpleegkundigen.
Het belangrijkste doel: een nieuwe poging voorkomen. Want vaak blijkt dat mensen die hun leven beëindigen, of dat proberen, niet in beeld zijn van de GGZ of andere zorg. De aanpak in Den Haag werpt z'n vruchten af: inmiddels werden 2500 mensen bijgestaan. Met als resultaat dat het aantal mensen dat een nieuwe poging onderneemt, lager ligt dan het landelijke gemiddelde.
Diane Blommestijn is coördinator bij Sumona. "We bieden mensen vooral een extra vangnet. We praten openlijk over suïcidaliteit. Dat is voor veel mensen al heel prettig. Maar het kan ook gaan over schulden of huisvesting."
"We zijn de professional meets tante, vriendin, moeder. Met een professionele achtergrond in het signaleren van de problemen. Zodat we iemand kunnen begeleiden naar passende zorg", zegt Angelique van Ravesteijn, sociaal psychiatrisch verpleegkundige bij Sumona.
Nadine worstelt met mentale problemen, zoals depressies. Deskundigen denken lange tijd aan een bi-polaire stoornis. Dankzij de vele wandelingen en gesprekken ziet de hulpverlener van Sumona tekenen van autisme:
De methode van Sumona wordt behalve in Den Haag tot dusver alleen aangeboden in Rotterdam, Voorschoten, Wassenaar en in de regio Noord-Veluwe. Blommestijn: "Als je kijkt naar de enorme maatschappelijke kosten van een suïcide, dan zitten wij relatief laag in kosten: ongeveer vijf ton per jaar." Er is wel interesse van andere gemeenten, maar de financiering blijft volgens Blommestijn "een heikel punt".
Volgens ziekenhuispsychiater Lommerse zorgt de persoonlijke aanpak er voor dat er minder kans is op een hernieuwde poging. SEH-arts Baden zegt: "Als jij aardig wordt behandeld, zijn dat de eerste stappen richting genezing."
Met Moira gaat het overigens heel goed. Ze heeft een man, een dochter en er is een tweede kind op komst. "Dat is ook een beetje het mooie van het leven", zegt ze. "De kansen zijn er allemaal. Zolang je er bent, heb je al die kansen nog."