Artsen: levenseinde door stoppen met eten en drinken ook voor 60-minners

  • Silvia Geurts

    redacteur Nieuwsuur

  • Silvia Geurts

    redacteur Nieuwsuur

Jaarlijks sterven in Nederland ongeveer 700 mensen door bewust te stoppen met eten en drinken. Tot nu toe werd deze methode afgeraden voor mensen jonger dan 60 jaar, maar die leeftijdsgrens vervalt nu in de nieuwe richtlijn van artsenfederatie KNMG.

Ook jongere mensen die niet meer willen leven, moeten volgens de KNMG hulp kunnen krijgen bij het stoppen met eten en drinken. "De reden om in de oude handreiking een leeftijdsgrens aan te houden was dat er toentertijd eigenlijk geen patiënten beschreven waren die onder de 60 jaar waren en het traject tot een einde brachten", zegt Alexander de Graeff, voorzitter van de commissie die de nieuwe handreiking schreef.

In de afgelopen tien jaar kwamen er wél 60-minners voorbij die op deze manier hun leven beëindigden, soms met hulp van een hospice. Voor de KNMG is dat genoeg reden om de leeftijdsgrens te schrappen. Hospices twijfelen nog hoe om te gaan met deze jongere doelgroep, vooral als hun doodswens voortkomt uit psychische problemen.

Voltooid leven

Hospices bieden in principe alleen zorg en begeleiding aan mensen die door ziekte een levensverwachting hebben van minder dan drie maanden. Maar vorig jaar bleek uit onderzoek van Nieuwsuur dat ze een groeiend aantal aanmeldingen krijgen van mensen die willen sterven door te stoppen met eten en drinken.

Vaak gaat het om oudere mensen die hun leven als voltooid beschouwen en niet afhankelijk willen worden van zorg, maar verder geen levensbedreigende aandoening hebben. Voor hen is euthanasie geen optie. Een ruime meerderheid van de hospices zei deze mensen op te nemen.

Soms ontvangen de hospices dus ook verzoeken van relatief jonge mensen die lichamelijk gezond zijn, maar die door psychische problemen, eenzaamheid of gebrek aan zingeving niet langer willen leven. Dat zorgt voor dilemma's voor het zorgpersoneel. Want stoppen met eten en drinken is een moeilijker proces voor jongere mensen.

"Zij krijgen meer last van dorst en andere klachten. Het duurt bij jongere mensen ook lang voordat ze doodgaan", staat in de brochure van de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde. Dat maakt het traject niet alleen zwaar voor degene die het ondergaat, maar ook voor zorgverleners die de patiënt bijstaan.

Daar kan Cathelijne Verboeket-Crul, verpleegkundig specialist palliatieve zorg bij Academisch Hospice Demeter, over meepraten. Onlangs stond ze Ineke bij, die op 66-jarige leeftijd ervoor koos te stoppen met eten en drinken.

Ineke kreeg te veel dorst, waardoor ze het traject niet volhield:

'Het was een dorst die ik nog nooit had beleefd'

"Uit medemenselijkheid wil je niets liever dan de patiënt water geven", zegt Verboeket-Crul. "Tegelijkertijd voel je als verpleegkundige de grote verantwoordelijkheid om de patiënt te helpen en weet je dat je iemand niet helpt door een glas water te geven. In het moment zelf misschien wel, maar uiteindelijk verleng je het proces ermee en stel je de dood uit, terwijl een patiënt dat graag wil."

Vanwege dit soort moeilijkheden neemt hospice Demeter tijdelijk geen mensen meer aan die lichamelijk gezond zijn, maar vanwege een gebrek aan zingeving, eenzaamheid of andere psychische problemen willen stoppen met eten en drinken. Ook niet van boven de 60.

De Nederlandse Vereniging van Psychiatrie pleit voor meer samenwerking tussen hospices en de ggz wanneer een doodswens vermoedelijk voortkomt uit psychische problemen. Voorzitter Niels Mulder: "Als blijkt dat er psychische problemen aan de hand zijn, dan wil je een psychiater kunnen vragen om mee te denken. Wat is hier aan de hand? Kunnen we bijvoorbeeld toch nog therapie bieden of een andere vorm van begeleiding, zodat ze wel nog levensperspectief zien."

KNMG-commissievoorzitter De Graeff, die ook als hospice-arts verbonden is aan Demeter, vindt dat er ruimte zou moeten zijn voor deze doelgroep. "Als een patiënt weloverwogen deze keuze heeft gemaakt, dan kunnen we daar van alles van vinden. Maar als een patiënt dit wil doen, dan kan hij dat maar beter mét begeleiding doen, dan zonder begeleiding."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl