Van der Poel vreest 'chicane' in Parijs-Roubaix: 'Wordt vol in de remmen'
Die paar dagen Spanje hebben 'm naar eigen zeggen goed gedaan. "Ik was echt wel kapot aan de finish", kijkt Mathieu van der Poel in aanloop naar Parijs-Roubaix terug op zijn exercitie van afgelopen zondag in de Ronde van Vlaanderen, die hij na een solo van 45 kilometer voor de derde keer wist te winnen.
Geen mens zal eraan twijfelen dat het een krachtenverslindende inspanning is geweest. "Het weer speelde daar ook een rol bij, natuurlijk. Het is daarom een goede keuze geweest om even naar Spanje te trekken. Met de Amstel Gold Race en Luik-Bastenaken-Luik die er ook nog aan komen, wilde ik toch wel blijven trainen en dat is net iets makkelijker in de zon."
Parijs-Roubaix
Komende zondag wacht Parijs-Roubaix, de kasseienklassieker die de 29-jarige veelvraat sinds vorig jaar ook al op zijn palmares heeft staan. Hij is er klaar voor, fysiek, maar ook mentaal. "Het kan niet veel beter, denk ik. Als wereldkampioen de Ronde van Vlaanderen winnen, was misschien wel mijn grootste doel dit seizoen. Als dat dan lukt, valt er toch wel wat druk weg."
De voldoening mag dan groot zijn, de honger naar volgend succes is er niets minder om. "Hongerig ben ik altijd", bevestigt Van der Poel met een grijns. "Nog maar drie wedstrijden en dan zit mijn voorjaar er alweer op. Dat gaat snel. Maar ik denk dat wij wel bewezen hebben dat dit de betere aanpak is voor mij, om te focussen op die grote doelen."
De renner van Alpecin-Deceuninck verwijst daarmee naar zijn geringe wedstrijdprogramma. Zijn wegseizoen begon half maart met Milaan-Sanremo, waar hij ploeggenoot Jasper Philipsen aan de zege hielp en zelf tiende werd, waarna alleen nog de E3 Saxo Classic (winst), Gent-Wevelgem (tweede achter Mads Pedersen) en de Ronde van Vlaanderen volgden.
Het is nog de vraag hoe de kasseien er zondag bij liggen in Noord-Frankrijk - op de droge en warme zaterdag volgt een zondag met nattigheid - maar als altijd eist de roemruchte strook in het Bos van Wallers op voorhand al veel aandacht op.
De renners stormen in een dalende lijn op volle snelheid op die volgens Van der Poel slechtste kasseienstrook af, ondertussen strijdend om de beste - lees: voorste - plekjes. Met alle risico's van dien.
Chicane
Die denkt de organisatie enigszins in te dammen met een soort van chicane vlak voor de befaamde passage, officieel Trouée d'Arenberg geheten. "Nou, het is meer een bocht van 180 graden", nuanceert Van der Poel, die zich in eerste instantie via X afvroeg of er wellicht sprake was van een grap.
"Goed dat ze erover nadenken, want het is een van de gevaarlijkste punten van het seizoen", zegt hij twee dagen later. "Maar het is nu misschien nog wel gevaarlijker. Het wordt echt vol in de remmen. Ik denk dat er vijf à tien renners goed door gaan raken en de rest gaat 'te voet staan', wat je vaak in een cross ziet in de eerste bocht."
Wellicht was het beter geweest als het peloton "uit die weg van rechts zou komen", oppert Van der Poel. "Maar ik weet niet of dat praktisch haalbaar is. En er gaat altijd een gevaarlijk punt komen in een wedstrijd waar iedereen van voren wil zitten."
Utopie
De recente zware valpartijen in Dwars door Vlaanderen, waar onder anderen Wout van Aert en Jasper Stuyven hun klassieke voorjaar in het water zagen vallen, en de Ronde van het Baskenland staan nog op ieders netvlies. "Dat zie je natuurlijk niet graag gebeuren. Ik heb veel valpartijen gezien en daar wil je nooit bij liggen. Zeker niet op die punten."
Maar, voegt hij eraan toe, "uiteindelijk zijn het wel de renners zelf die de wedstrijd gevaarlijk maken, natuurlijk. Het zijn de renners zelf die overal vooraan willen zitten. En dat moet ook als je die wedstijden wil winnen. Ik denk dat het een utopie is om alle gevaarlijke punten er allemaal uit te halen. Het zal dus altijd wel een sport met risico's blijven, helaas."