WK allround wordt ouderwets rekenen en vergelijken dankzij Roest en Stolz
Het toetje van het schaatsseizoen belooft op voorhand vooral veel rekenwerk. Schaatsliefhebbers zitten handenwrijvend klaar om het laatste toernooi van deze winter, de WK allround, te volgen sinds de Amerikaan Jordan Stolz bekend maakte dat hij deelneemt en de WK sprint laat schieten.
Jordan Stolz versus Patrick Roest. De sprinter versus de allrounder. Dat is het affiche van editie 118 van de wereldkampioenschappen allround, die vandaag beginnen in Inzell.
Wereldkampioen sprint op WK allround?
Ook bij de vrouwen doet een sprintspecialist mee, maar of de kersvers wereldkampioen bij de vrouwen ook daadwerkelijk aan de start zou verschijnen, was nog even onzeker.
Pas vanochtend heeft de Japanse Miho Takagi, na een nachtje slapen met de gouden sprintmedaille op haar kamer, besloten dat ze ook meedoet aan het tweede wereldkampioenschap van het weekeinde.
Bekijk hieronder het programma van de WK allround:
Stolz en Roest zijn twee rijders die een allroundtoernooi op een totaal andere manier benaderen. Wat moet Stolz, tweevoudig wereldkampioen op de 500, 1.000 én 1.500 meter, aan tijdwinst boeken op de korte afstanden om het Roest moeilijk te maken?
De 19-jarige Stolz beseft dat het allrounden de bakermat is van de internationale toernooien en daardoor prestigieuzer dan de sprintvierkamp. Hij wil in Inzell in de voetsporen treden van zijn illustere landgenoten Eric Heiden, Eric Flaim, Chad Hedrick en Shani Davis door de titel te veroveren op de grote meerkamp.
Daarvoor zal Stolz naar eigen zeggen op de 500 meter, de eerste afstand, minstens twee seconden voorsprong moeten pakken op Roest, de wereldkampioen allround van 2018, 2019 en 2020. Dat is geen onrealistische gedachte, al reed Roest in zijn loopbaan ook tweemaal in de 35 seconden.
Bekijk hieronder hoe Stolz vooruitblikt op zijn eerste WK allround:
Twee seconden op de 500 meter betekent in het allrounden een voorsprong van 20 seconden op de 5.000 meter, de tweede afstand. Daarop heerst Roest. Hij is meer dan een jaar ongeslagen, won tien 5.000 meters op rij en pakte vorige maand zijn tweede wereldtitel op die afstand.
De persoonlijke records liggen achttien seconden uiteen. Stolz houdt rekening met een verlies van tien seconden op de vijf kilometer, daarna hoopt hij zondag op de 1.500 meter nog tijd te winnen zodat hij met een voorsprong van meer dan 20 seconden de afsluitende tien kilometer in gaat.
Nog maar één tien kilometer
Die marge zal hij nodig hebben, ook al heeft Roest een haat-liefdeverhouding met de langste afstand in het schaatsen. Roest heeft de ervaring, Stolz reed "de tien" pas één keer.
Begin dit jaar kwam hij in Salt Lake City tot 13.17,53 tijdens het Amerikaans kwalificatietoernooi. Dat is 42 seconden langzamer dan het Nederlands record van Roest.
Wanneer Roest en Stolz eerste en tweede staan in het klassement na drie afstanden, rijden ze hoe dan ook tegen elkaar in de laatste rit van de 10.000 meter. Het zou de ultieme apotheose van het schaatsseizoen betekenen.
Naast Roest komen Nederlands kampioen Chris Huizinga en WK-debutant Kars Jansman ook in actie bij het WK allround.
Rijpma-de Jong in vorm, twee debutanten
Voordat het WK allround bij de mannen zondag wordt beslist, weten we wie het vrouwentoernooi op haar naam heeft geschreven. De grootste titelkandidaten komen uit Nederland.
Antoinette Rijpma-De Jong werd twee weken geleden Nederlands kampioen met het op-één-na-beste puntentotaal ooit in Thialf. Met de vorm zit het dus wel goed. Rijpma-de Jong werd al drie keer Europees kampioene allround, maar de wereldtitel ontbreekt nog op haar palmares.
Joy Beune brak deze winter echt door bij de senioren. Ze veroverde in Calgary de wereldtitel op de ploegenachtervolging en de 5.000 meter en werd daarna aangewezen voor dit wereldkampioenschap door de KNSB. Ze debuteert op het WK allround.
Succesvol EK, geen overtuigend WK
Datzelfde geldt voor Marijke Groenewoud, de derde Nederlandse deelnemer. Na een geweldig EK afstanden in januari volgde een wat mindere maand februari, maar met nieuw materiaal hoopt Groenewoud het Beune en Rijpma-De Jong lastig te kunnen maken.
Zonder de geblesseerde Martina Sáblíková komt de grootste buitenlandse concurrentie van de Canadese Ivanie Blondin (zilver in 2020) en van Ragne Wiklund. De Noorse kon door de naweeën van een flinke griep in Calgary geen vuist maken op de WK afstanden. Als ze daarvan goed is hersteld, maakt ze zeker kans op het podium.
Nu ze start, is Takagi ook een kandidaat voor de titel, gezien haar kwaliteiten op de 500 (donderdag bleef ze maar 0,01 boven haar PR) en de 1.500 meter. In 2018 werd Takagi de eerste Japanse wereldkampioen allround ooit.
Wat is er nou eigenlijk zo moeilijk aan allrounden? Ireen Wüst legt het uit: