Jelle de Gee
Alle twaalf provincies maakten vorig jaar precieze afspraken met demissionair minister Hugo de Jonge voor Volkshuisvesting. Tot en met 2030 moeten ruim 900.000 nieuwe woningen komen, waarvan minimaal 600.000 betaalbaar, 290.000 voor senioren en 60.000 voor studenten.
Het was al duidelijk dat het aantal bouwvergunningen dit jaar is gekelderd. Stikstof, gestegen prijzen en hoge rentes maken het woningtekort extra complex. Maar hoe gaat het tot nu toe eigenlijk met het bouwen zelf?
Nieuwsuur vroeg de twaalf provincies hoeveel concrete bouwplannen er inmiddels liggen en hoeveel woningen er eventueel al zijn opgeleverd. Volgens het ministerie houden de provincies bij hoe het staat met het bouwen.
Maar de meeste provincies zeggen niet precies bij te houden hoeveel ze bouwen en om welke categorie woningen het dan gaat.
Alleen Zeeland en Limburg houden per categorie bij hoeveel wordt gebouwd. Een deel moet het registreren nog opstarten. Noord-Holland, Utrecht, Friesland, Groningen, Noord-Brabant en Gelderland verwijzen voor een overzicht naar het CBS.
Maar volgens het CBS zit de registratie van het aantal nieuwe senioren- en studentenwoningen in de opstartfase. Voor registratie van betaalbare woningen ligt er volgens een woordvoerder helemaal geen opdracht.
Volgens demissionair minister Hugo de Jonge heeft de woningbouw grotere problemen dan een gebrek aan monitoring. "Een monitor bouwen met alle details die je eigenlijk nodig zou hebben, dat kost gewoon tijd", zegt De Jonge. "Wat ik er nog wel bij zou willen hebben is een soort pijplijn monitor, waarin wordt bijgehouden hoeveel woningen bijvoorbeeld in juni volgend jaar worden gebouwd."
Woningbouwimpuls
Om de bouw van betaalbare woningen te versnellen, zijn door het rijk subsidies ingezet. De zogenoemde Woningbouwimpuls heeft de grootste pot: sinds 2020 hebben 141 bouwprojecten in totaal 1,1 miljard euro subsidie gekregen, verdeeld over verschillende rondes. Een belangrijke voorwaarde is dat de bouw op tijd begint.
Nieuwsuur vroeg de status op van de bouwprojecten uit de eerste ronde. Afgelopen september was de deadline voor het starten van de bouw van deze projecten. Het gaat om 27 bouwprojecten verspreid over het land, samen goed voor zo'n 50.000 woningen.
Uit de rondgang blijkt dat 15 projecten de deadline haalden. Bij 12 bouwprojecten staat er nog geen paal in de grond. In Leiden, Nieuwegein en Amsterdam liepen de projecten alsnog vertraging op door oplopende kosten. Bij bijna de helft van de projecten zorgen langdurige bezwaarprocedures voor vertraging. Zoals in Schiedam, Utrecht, Eindhoven en Delft.
De vele bezwaarprocedures hoopt De Jonge te verkorten met een nieuwe wet. "Het is in Nederland werkelijk zo dat elke boze buurman in de pen klimt op het moment dat er in de achtertuin wordt gebouwd. Daardoor lijkt het recht op uitzicht belangrijker dan het recht op het hebben van een woning."
Volgens De Jonge heeft de woningzoekende daardoor het nakijken. "De rechten van mensen die al een woning hebben en kunnen mopperen over wat er in de achtertuin wordt gebouwd, zijn aanmerkelijk beter beschermd dan van de mensen die op zoek zijn naar een woning. Die balans moeten we weer herstellen."
Johan Conijn, emeritus hoogleraar en directeur van een onderzoeksbureau, vond de subsidieregeling bij aanvang een goed idee. Inmiddels kijkt hij daar anders tegenaan. "Dit was een poging om veel woningen veel sneller te realiseren. Nu zijn we drie jaar verder. Dat dan nog steeds bijna de helft van die projecten niet aan de bouw is begonnen, is heel teleurstellend."
Optimisme
Volgens Conijn heeft minister De Jonge onvoldoende inzicht in het probleem. "De minister dekt het probleem toe door alleen maar optimistisch te zijn. Hij heeft onvoldoende gedaan aan goede probleemanalyse. Hij heeft niet gewerkt aan het oplossen van al die belemmeringen die er toch blijken te zijn. Met alleen een zak geld ga je het niet redden."
De Jonge is het niet met Conijn eens. "De opdracht die we hebben gekregen heeft niets met optimisme te maken. Het is gewoon een rekensom van wat er nodig is om het woningtekort terug te dringen in 2030. We proberen ieder probleem dat we tegenkomen in de volkshuisvesting aan te pakken."
Aan zijn opvolger geeft De Jonge mee dat continuïteit van zeer groot belang is. "We hebben ongelofelijk veel in gang gezet afgelopen periode. Een fundament is gelegd. Op dat fundament moet verder worden gebouwd."